Dementie

De Hersenstichting subsidieert het Alzheimeronderzoek van prof. dr. Helmut Kessels, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Hierin wordt onderzocht hoe het natuurlijke beschermingsmechanisme van de hersenen tegen alzheimer geactiveerd kan worden in een actief lerend brein. “Wanneer we weten hoe dit proces precies werkt, kunnen we ook kijken hoe we het natuurlijke beschermingsmechanisme kunnen activeren bij mensen die in het beginstadium van Alzheimer zitten”, zegt Kessels.

Parkinson

Het Profiling Parkinson’s disease (ProPark) consortium is een grootschalig onderzoek opgezet onder parkinsonpatiënten. De onderzoekers willen inzicht krijgen in de individuele verschillen in het ziekteproces en de gevoeligheid voor het ontwikkelen van bijwerkingen van Parkinson-medicatie. In het onderzoek worden de krachten van het LUMC, het Amsterdam UMC, Radboudumc, Erasmus MC en TU Delft gebundeld met die van commerciële partners (F. Hoffman- La Roche Ltd., AbbVie Pharmaceuticals en H. Lundbeck A/S) en niet-commerciële partners (ParkinsonNet, de Parkinson Vereniging, het Parelsnoer Instituut, stichting Centre for Human Drug Research, het PHARMO Instituut, de Hersenstichting, Stichting Alkemade-Keuls), om samen één van de grootste en meest uitgebreid in kaart gebrachte parkinsoncohorten in Europa op te zetten. Het doel van het onderzoek is om op basis van de verkregen informatie individuele behandelingen te ontwikkelen.

Beroerte

Samen met de Hartstichting en ZonMw financiert de Hersenstichting het onderzoek MR CLEAN-Late. In deze studie wordt een vervolg gegeven aan eerder onderzoek. Daarin was aangetoond dat het verwijderen van een bloedstolsel uit het hersenbloedvat door middel van een klein slangetje zeer succesvol bleek bij mensen die binnen zes uur nadat ze een beroerte kregen werden behandeld. In MR CLEAN Late wordt nu onderzocht of deze behandeling ook succesvol is bij patiënten die pas later – tot vierentwintig uur – na het krijgen van klachten behandeld worden.

Door omstandigheden kan het zijn dat mensen pas zes uur of langer na de eerste klachten van een beroerte in het ziekenhuis arriveren. De richtlijnen zijn op het moment zo opgesteld dat deze groep patiënten een andere, minder intensieve, behandeling krijgt dan de groep patiënten die binnen zes uur na die eerste klachten arriveert. De onderzoekers verwachten dat voor een geselecteerd deel van deze ‘late’ groep de intensieve behandeling ook succesvol is en zoeken daar bewijs voor. Als dit het geval is dan kan een grotere groep mensen na een beroerte beter en sneller herstellen, waardoor ze minder hersenschade en minder neurologische klachten overhouden na een beroerte. Hierdoor kunnen zij in het dagelijks leven beter functioneren en ervaren ze minder zichtbare en onzichtbare gevolgen van een beroerte.