Fotografie: Esther Morren Erasmus MC.

Toedienen bloedverdunners tijdens katheterbehandeling herseninfarct is onveilig

Dit blijkt uit een door de Hersenstichting medegefinancierd onderzoek. Het onderzoek, gecoördineerd door het Erasmus MC, laat zien dat het toedienen van de bloedverdunners acetylsalicylzuur of heparine tijdens de katheterbehandeling van een herseninfarct leidt tot een verhoogd risico op hersenbloedingen.

De onderzoekers verwachten dat hun resultaten wereldwijd de richtlijnen voor toediening van bloedverdunnende medicatie tijdens de katheterbehandeling van een herseninfarct zullen veranderen. ‘Hierdoor kunnen wereldwijd een groot aantal ernstige hersenbloedingen voorkomen worden’, stelt neuroloog in opleiding en eerste auteur Wouter van der Steen.

In de zogeheten MR CLEAN-MED-trial onderzocht een team onder leiding van het Erasmus MC de effectiviteit en veiligheid van het gebruik van de bloedverdunners acetylsalicylzuur (aspirine) en heparine tijdens de katheterbehandeling van een herseninfarct. Bij zo’n behandeling wordt het bloedstolsel met een katheter via de lies verwijderd uit de slagader (zie kader). De aanvullende bloedverdunners moeten ervoor zorgen dat ook de kleinere bloedvaatjes open gaan. Tot op heden was echter onbekend of de mogelijke voordelen van deze middelen opwegen tegen het verhoogde risico op een hersenbloeding.

Hersenbloedingen door de bloedverdunners

Dat blijkt nu niet het geval. Bij patiënten die via het infuus acetylsalicylzuur of heparine kregen toegediend, kwamen ongeveer twee keer zo vaak ernstige hersenbloedingen voor dan bij patiënten die deze middelen niet kregen. Het ging om 14 procent van de patiënten in de acetylsalicylzuurgroep en 13 procent in de heparinegroep, versus 7 procent van de patiënten in de controlegroep. Bovendien waren er geen aanwijzingen dat patiënten beter herstelden als zij acetylsalicylzuur of heparine kregen toegediend. In totaal includeerden de onderzoekers 628 patiënten in de studie, voordat deze vanwege de bevindingen vroegtijdig werd gestopt. 

De onderzoekers rapporteren hun bevindingen in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift The Lancet.

Katheterbehandeling herseninfarct

Bij een katheterbehandeling krijgt een patiënt met een herseninfarct via een prik in de lies een dunne katheter in een slagader gebracht. De katheter wordt opgeschoven tot in het afgesloten bloedvat in de hersenen. Vervolgens wordt het bloedstolsel via de katheter verwijderd. De katheteraanpak werd de standaard nadat de MR CLEAN-studie geleid door neuroloog prof. dr. Diederik Dippel en radioloog prof. dr. Aad van der Lugt van het Erasmus MC in 2015 uitwees dat het leidt tot minder hersenschade en een beter herstel. Niet alle patiënten komen voor katheterbehandeling in aanmerking. Het gaat om een subgroep van mensen met een ernstig herseninfarct dat snel gediagnosticeerd wordt.

 

Snelle katheterbehandeling leidt niet altijd tot betere uitkomsten. Dat komt omdat het stolsel dat een bloedvat in de hersenen afsluit vaak niet volledig kan worden verwijderd, en kleinere bloedvaten afgesloten blijven. Daarom werden vaak tijdens de katheterbehandeling van een herseninfarct bloedverdunners toegediend via een infuus.

De onderzoekers verwachten dat hun resultaten wereldwijd de richtlijnen voor toediening van bloedverdunnende medicatie tijdens de katheterbehandeling van een herseninfarct zullen veranderen. ‘Hierdoor kunnen wereldwijd een groot aantal ernstige hersenbloedingen voorkomen worden’, stelt neuroloog in opleiding en eerste auteur Wouter van der Steen.

In het Erasmus MC worden inmiddels geen acetylsalicylzuur en heparine meer toegediend tijdens de katheterbehandeling van een herseninfarct.

Weefsel kwetsbaar

Dat de bloedverdunnende middelen leiden tot meer hersenbloedingen komt waarschijnlijk doordat het hersenweefsel beschadigd is door het infarct. ‘Als een stolsel een bloedvat verstopt, sterft het hersenweefsel erachter af. Daardoor wordt het kwetsbaar en gevoeliger voor bloedingen. Bloedverdunners verhogen dan het risico op bloedingen’, legt neuroloog en coördinerend onderzoekers dr. Bob Roozenbeek uit. Hij is blij dat hun studie nu uitsluitsel biedt over de toediening van acetylsalicylzuur en heparine tijdens de katheterbehandeling van een herseninfarct. ‘We wisten dat we te maken hadden met de balans tussen het bloedingsrisico en het mogelijke voordeel van het openen van de kleine vaten. Nu is het duidelijk dat de voordelen niet opwegen tegen de nadelen.’

De onderzoekers benadrukken dat hun studie niet gaat over de bloedverdunners die patiënten na een herseninfarct voorgeschreven krijgen om een nieuw infarct te voorkomen. ‘Het is veilig en heel belangrijk om die vooral te blijven gebruiken’, aldus Roozenbeek.


Aan de MR CLEAN MED-studie namen 15 centra in Nederland deel: Albert Schweitzer ziekenhuis, Amphia Ziekenhuis, Amsterdam UMC, Catharina ziekenhuis, Erasmus MC, Haaglanden Medisch Centrum, HagaZiekenhuis, Isala Klinieken, Maastricht Universitair Medisch Centrum, Sint Antonius ziekenhuis, Elisabeth TweeSteden ziekenhuis, Universitair Medisch Centrum Groningen, Radboudumc, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Ziekenhuis Rijnstate.

Het onderzoek werd geleid door prof. dr. Diederik Dippel en prof. Aad van der Lugt van het Erasmus MC. Het onderzoek ontving publieke en private financiering van onder andere Hartstichting en Hersenstichting, via het CONTRAST Consortium.

Fotografie: Esther Morren Erasmus MC