Een rib uit m’n lijf
20 december, 2024
Woensdag 10 januari 2024
Vaak is het niet duidelijk dat de klachten door het hersenletsel komen. Niet voor patiënten en hun naasten, maar ook niet voor huisartsen. Daarom duurt het soms lang voordat iemand de juiste hulp krijgt. “Met deze scholing leren huisartsen en andere professionals te herkennen waarvoor de patiënt met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) op het spreekuur komt”, vertelt Caroline van Heugten, hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Universiteit Maastricht en één van de makers van dit pakket.
Het scholingspakket voor huisartsen en zorgprofessionals bestaat uit twee modules.
1. In de eerste module staat het herkennen van de klachten centraal en kunnen huisartsen en hun teamleden online volgen.
“Het is belangrijk dat artsen bij vage klachten gaan leren denken dat die kunnen voortkomen uit hersenletsel”, legt huisarts Nina Heinen uit. “Na een recent herseninfarct is dat duidelijk. Maar kijk bij andere patiënten ook eens terug in de tijd. Met video’s maken de cursisten in de scholing kennis met dergelijke patiënten.”
2. De tweede module volgen de deelnemers in groepsverband, bijvoorbeeld met een groep huisartsen uit de regio of met praktijkondersteuners. Deze module is een oefening in bewustwording aan de hand van het stroomdiagram ‘Denk aan hersenletsel’.
Het stroomdiagram ‘Denk aan hersenletsel’ is een tool mede ontwikkeld door Van Heugten. Belangrijke onderdelen hiervan zijn het herkennen én erkennen van de klachten. Samen vormt dit de basis voor een maatwerkoplossing voor de patiënt. Daarnaast is het ‘doorverwijzen naar de juiste instantie’ ook een essentieel onderdeel. “In elke regio werkt een aantal hersenletsel-deskundigen, die de lange termijn-gevolgen van hersenletsel en gerichte verwijsmogelijkheden kennen. Overigens hoeft een doorverwijzing niet altijd een professionele therapie te zijn. Een patiëntenvereniging of een lotgenotengroep kan vaak ook soelaas bieden”, zo vertelt Van Heugten.
In het scholingspakket voor zorgprofessionals en huisartsen komen dus zowel de medische als de psychosociale kant van hersenletsel aan bod. In de medische onderdelen wordt uitgelegd wat letsel doet met de hersenen. Het psychosociale onderdeel betreft het leren omgaan met beperkingen. Huisarts Nadia Heinen is enthousiast over de manier waarop de scholing vorm heeft gekregen. “Het kostte veel werk, maar het resultaat is bijzonder, zoals de combinatie met e-learning of het escapespel. Door samen het escape-spel te spelen en oefeningen uit te voeren, worden de cursisten zich bewust van de problemen waarmee de patiënt met hersenletsel dagelijks worstelt. En, last but not least: we reflecteren ook op hoe de huisarts er zelf in staat. Kortom: bijscholen is van belang.”
In 2021 waren er in Nederland 800.200 mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Voor huisartsen is het vaak moeilijk om klachten en gevolgen van niet-aangeboren hersenletsel te herkennen. Dat komt doordat de klachten erg verschillen en ook andere oorzaken kunnen hebben. “Uit ervaring én diverse onderzoeken weten we dat het herkennen en erkennen van de (on)zichtbare gevolgen van niet-aangeboren hersenletsel erg belangrijk is. Bovendien krijgen wij dat ook keer op keer te horen van ons achterban en ervaringsdeskundigen. Zij krijgen namelijk niet altijd de juiste zorg omdat deze gevolgen, bijvoorbeeld op het gebied van cognitie, communicatie en gedrag, niet worden (h)erkend. De Hersenstichting vind het essentieel dat patiënten en hun naasten de juiste diagnose krijgen én behandeling krijgen van deskundige professionals”, zegt Els van der Rhee, projectleider bij de Hersenstichting.
De scholing wordt landelijk aangeboden, deze is door scholingsorganisaties, regio-organisaties en huisartsen zelf aan te vragen via Stichting KOH. KOH is het kenniscentrum voor geaccrediteerde nascholing en taakherschikking in de huisartsenzorg. Zij trainden voor deze scholing docenten in alle regio’s in Nederland.