Onderzoek; een goede conditie betekent een betere mentale gezondheid

Beweging door de dag heen moet topprioriteit worden op scholen 

Hoe beter de lichamelijke conditie is van jongeren, hoe beter de mentale gezondheid. Dit blijkt uit recent onderzoek van dr. Esther Hartman, verbonden aan UMC Groningen, dat gefinancierd is door de Hersenstichting en Nederlands Regieorgaan Onderwijs (NRO). Ook blijkt dat snelheid en wendbaarheid samenhangt met verschillende cognitieve functies, zoals het werkgeheugen. De resultaten laten zien dat voldoende beweging van essentieel belang is voor cognitieve functies, schoolprestaties en de mentale gezondheid van jongeren. Daarnaast toont het onderzoek aan dat voldoende beweging de kans op mentale problemen kan verkleinen. 

“Dat te weinig beweging of teveel zitgedrag negatieve consequenties heeft voor de fysieke gezondheid wisten we al, maar het blijkt nu ook een negatief effect te hebben op het cognitief functioneren en de mentale gezondheid van veel jongeren”, zegt Hartman. “Voldoende beweging door de dag heen is belangrijk om mentaal gezond te blijven en je hersenen goed te laten functioneren.”

Luie pubers 

Het lijkt erop dat weinig bewegen vaak samengaat met een minder goede ontwikkeling van de hersenen. Dat kan voor problemen zorgen, zeker bij hersenen die zich nog moeten ontwikkelen. Zoals de hersenen van pubers. Veel pubers houden bijvoorbeeld van uitslapen, hangen graag op de bank en zijn vaak minder sportief dan in hun kindertijd. Als de hersenen zich in deze periode minder goed ontwikkelen kan dat allerlei vervelende gevolgen hebben, zoals problemen met leren, gedrag en gevoelens.

Beweging als topprioriteit 

De onderzoeksresultaten laten zien dat het van essentieel belang is dat we door de dag heen meer bewegen. Dit kan de kans op mentale problemen op latere leeftijd zelfs verkleinen. Koko Beers, neurobioloog en werkzaam bij de Hersenstichting: “Wanneer je voldoende beweegt, raken je hersenen goed doorbloed en krijgen ze de voeding en zuurstof die ze nodig hebben. Ook zorgt het voor de aanmaak van nieuwe hersencellen én de verbindingen tussen de hersencellen worden sterker. Door beweging verbetert bovendien de werking van signaalstoffen; hierdoor gaat de communicatie tussen hersencellen steeds soepeler. Het is daarom belangrijk dat er door de dag heen genoeg bewogen wordt. Dat geldt extra voor pubers. Daarom moet er meer aandacht komen voor voldoende beweging op school.”