Kenmerken van een gegeneraliseerde angststoornis
Bij GAS maak je je te veel zorgen om allerlei dingen, terwijl daar eigenlijk geen reden voor is. Zo kan het zijn dat je je heel druk maakt om je gezondheid, terwijl je kerngezond bent. Of dat je je zorgen maakt om ontslagen te worden, terwijl het eigenlijk prima gaat op je werk.
Als je GAS hebt, dan kun je dit herkennen aan kenmerken als:
- je bent elke dag bang, zonder dat daar een duidelijke reden voor is
- je maakt je zorgen over mogelijke gevaren in de toekomst en denkt dat er iets ergs gaat gebeuren•je kunt je zorgen niet goed stoppen en hebt er geen controle over
- je kunt werk of andere dagelijkse dingen minder goed of helemaal niet meer doen
- situaties die je zorgen erger maken ga je uit de weg, bijvoorbeeld door afspraken af te zeggen omdat je er te moe voor bent
Lichamelijke klachten
Ook heb je minimaal 3 van deze lichamelijke klachten:
- onrustig of gespannen gevoel
- moeheid
- moeite om je aandacht ergens bij te houden
- je wordt sneller boos of ergert je sneller aan dingen
- je spieren voelen stijf, pijnlijk, gevoelig of trillerig
- problemen met slapen, zoals moeite om in slaap te vallen
Deze lichamelijke klachten ontwikkelen zich vaak langzaam. Ook zijn ze lange tijd aanwezig terwijl je dagelijkse dingen doet.
De meeste mensen met GAS krijgen rond hun 20ste de eerste klachten. Maar de klachten kunnen ook eerder of later ontstaan.
Diagnose van een gegeneraliseerde angststoornis
GAS ontstaat meestal langzaam. Het kan ook zijn dat je je eerste klachten krijgt nadat je iets heftigs meegemaakt hebt. Zoals een lichamelijke ziekte of veel stress op je werk. Maar dit hoeft niet altijd zo te zijn.
In het begin kun je merken dat je vaak angstig, onrustig, gespannen of zenuwachtig bent. Zonder goed te weten waarom. Misschien wil je ook vaker alleen zijn en ontwijk je nieuwe situaties liever.
Daarna krijg je vaak lichamelijke klachten. Zoals hartkloppingen, zweten, misselijkheid of duizeligheid. Ook kan het zijn dat je wazig ziet, een droge mond hebt, trilt of slappe benen hebt.
Door de spanning kun je hoofdpijn krijgen of pijn aan je nek of schouders. Ook kun je snel afgeleid zijn en moeite hebben om in slaap te vallen. Met deze klachten kom je vaak bij je huisarts. De huisarts stelt vragen over je klachten en kan soms al meteen de diagnose GAS stellen.
Er kan sprake zijn van GAS als je minimaal 6 maanden dagelijks angst en zorgen ervaart over verschillende dingen in je leven. En als je klachten niet ontstaan zijn door drugs of een lichamelijke aandoening.
190.400 mensen
hadden een gegeneraliseerde angststoornis in 2016 volgens een bevolkingsonderzoek in Nederland
1,5 keer
komt een gegeneraliseerde angststoornis vaker voor bij vrouwen dan bij mannen
Oorzaken van een gegeneraliseerde angststoornis
Wetenschappers weten nog niet precies wat GAS veroorzaakt. Ze denken dat de stoornis meestal ontstaat door een combinatie van factoren.
Als een van je ouders een angststoornis heeft, dan ben je gevoeliger voor het ontwikkelen van GAS of een andere angststoornis. Maar de dingen die je in je leven hebt meegemaakt, spelen een grotere rol.
Zo kun je GAS krijgen nadat je iets heftigs hebt meegemaakt waar je veel stress door had. Zoals een lichamelijke ziekte, een verhuizing, een bevalling, stress op je werk of het overlijden van een naaste. Als GAS in je familie zit, dan krijg je door veel stress ook meer kans om de stoornis te ontwikkelen.
Tot slot spelen de hersenen zelf ook een rol. Zo blijkt dat je hersencellen anders reageren op bepaalde stofjes als je GAS hebt. Hierdoor reageer je sneller en heftiger op sommige situaties.
Behandeling van een gegeneraliseerde angststoornis
GAS gaat meestal niet vanzelf over, maar door een behandeling worden je klachten veel minder erg. De behandeling bestaat uit medicijnen, cognitieve gedragstherapie of een combinatie van beide. Na de diagnose beslis je samen met je huisarts wat de beste behandeling voor je is.
Voor cognitieve gedragstherapie kan de huisarts je doorverwijzen naar de praktijkondersteuner GGZ, een psycholoog of een psychotherapeut. Tijdens deze therapie leer je anders om te gaan met angstige situaties en gedachten. Meestal verdwijnen daardoor je angsten of worden ze minder.
Soms helpt de therapie niet goed genoeg. Of heb je behalve GAS ook een depressie. In dat geval kan de huisarts of psychotherapeut je ook medicijnen geven. Dit zijn meestal antidepressiva zoals citalopram, sertraline, paroxetine of clomipramine.
Door deze medicijnen kunnen je angsten in de eerste weken tijdelijk erger worden. Als dat zo is, kan de arts je ook medicijnen geven waarvan je rustiger wordt. Zoals diazepam of oxazepam.
Na een paar weken is het duidelijk of de antidepressiva helpen. Als ze goed werken, blijf je ze minimaal 1 jaar nemen.
Behalve medicijnen en therapie, helpt het ook om je manier van leven te veranderen. Stress, cafeïne, drugs en alcohol maken je angsten vaak erger. Daarom is het meestal beter om veel minder koffie en alcohol te drinken en geen drugs te gebruiken.
Ook helpt het als je minimaal 30 minuten per dag beweegt. Het gaat dan om matig intensieve beweging. Bij matig intensieve beweging gaat je hartslag omhoog, zoals bij fietsen, rustig zwemmen of werken in de tuin.
Slapend van je angst afkomen: droom of werkelijkheid?
De Hersenstichting draagt bij aan onderzoek van het Amsterdam UMC. De onderzoekers willen weten of een bestaande behandeling tegen slapeloosheid ook helpt bij mensen met een angststoornis die slecht slapen. Als mensen met angstklachten beter slapen, kan hun angst beter behandeld worden. Hierdoor verbetert voor hen de kwaliteit van leven. Een op de drie mensen in Nederland krijgt te maken met angstklachten.
Gevolgen van een gegeneraliseerde angststoornis
Van GAS kun je lange tijd dagelijks last hebben. Op sommige dagen voel je je misschien beter, zonder dat je weet waarom. Met een goede behandeling is de kans vaak groot dat je je angsten onder controle krijgt.
Na de behandeling kunnen je angsten terugkomen. Het is daarom belangrijk dat je van tevoren samen met je behandelaar een plan maakt. Zo weten jij en je naasten wat het beste is om in zo’n situatie te doen. Dit heet een signaleringsplan.
Als je je niet laat behandelen, kan GAS verschillende gevolgen hebben voor je dagelijks leven:
- Iets begrijpen: je aandacht ergens bij houden kan lastiger zijn door je angsten. Soms duurt het daardoor wat langer tot je iets goed begrijpt.
- Jezelf verplaatsen: bij bepaalde klachten, zoals duizeligheid of pijnlijke spieren, kan het moeilijker zijn om je van A naar B te verplaatsen.
- Jezelf verzorgen: goed voor jezelf zorgen kost soms meer energie. Om extra spanning te ontwijken, ga je misschien veel eten of in bed liggen. Ook kun je alcohol of drugs gebruiken om je rustiger te voelen, terwijl dit je klachten juist erger maakt.
- Omgaan met anderen: GAS heeft meestal veel invloed op je sociale leven. Afspraken zeg je vaak af omdat je overdag uitgeput bent. En als je naasten je angsten niet kennen of begrijpen, kun je je alleen voelen.
- Dagelijkse activiteiten: naar school gaan, studeren of werken lukt vaakniet goed omdat je slecht slaapt. Daardoor meld je je misschien vaker ziek. Ook kun je merken dat je liever geen nieuwe dingen meer doet, omdat dit voor extra stress zorgt.
- Meedoen aan de wereld: op slechte dagen haal je minder plezier uit het leven. Toch lukt het de meeste mensen met GAS uiteindelijk om goed om te gaan met hun angsten na een behandeling.
De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van:
- Prof. dr. Koen R.J. Schruers, psychiater, Universiteit Maastricht en Mondriaan