Wat is apraxie?
Koken, douchen, aankleden. Als je apraxie hebt, dan kun je gewone dagelijkse taken niet meer goed doen. Dit komt doordat je niet meer precies weet hoe je dit moet aanpakken.
Als iemand je vraagt om iets te doen, dan begrijp je heel goed wat diegene bedoelt. Toch lukt het je niet om de taak uit te voeren. Soms kun je de handeling wel doen als iemand het voordoet. Of als je er niet bij nadenkt.
Er bestaan 2 vormen van apraxie: ideatoire apraxie en ideomotore apraxie.
Ideatoire apraxie
Bij ideatoire apraxie weet je niet meer in welke volgorde je iets moet doen. Daardoor doe je
dingen in de verkeerde of omgekeerde volgorde. Je trekt bijvoorbeeld je trui aan over je jas. Of
je vergeet delen van een handeling. Je zet bijvoorbeeld de waterkoker aan en vergeet er water
in te doen.
Ideomotore apraxie
Bij ideomotore apraxie weet je waar een bepaald voorwerp voor bedoeld is, maar weet je niet meer welke bewegingen je erbij moet maken. Als je bijvoorbeeld je veters wilt strikken, dan weet je niet meer hoe je met je vingers een lus maakt. En als je je haar kamt, dan doe je dat met de achterkant van de borstel.
Kenmerken apraxie
Er zijn verschillende manieren waarop je apraxie kunt herkennen. De kenmerken zijn voor iedereen weer anders.
Als je apraxie hebt, dan heb je meestal last van een paar van deze kenmerken:
- je kunt niet of moeilijk uit jezelf met een handeling of activiteit beginnen
- je doet dingen in een verkeerde of omgekeerde volgorde, zoals sokken over je schoenen aantrekken
- je gebruikt voorwerpen op een verkeerde of niet handige manier, zoals je boterham smeren met een lepel
- je hebt moeite met het nadoen van lastige bewegingen met je handen, zoals wijzen met beide handen tegelijkertijd
- je kunt bepaalde dingen alleen doen als iemand ze voordoet of als je er niet over nadenkt, zoals aan je oor krabben omdat je jeuk hebt
- je kunt niet of moeilijk uit jezelf met een handeling of activiteit beginnen
- je doet dingen in een verkeerde of omgekeerde volgorde, zoals sokken over je schoenen aantrekken
- je gebruikt voorwerpen op een verkeerde of niet handige manier, zoals je boterham smeren met een lepel
- je hebt moeite met het nadoen van lastige bewegingen met je handen, zoals wijzen met beide handen tegelijkertijd
- je kunt bepaalde dingen alleen doen als iemand ze voordoet of als je er niet over nadenkt, zoals aan je oor krabben omdat je jeuk hebt
Impact van apraxie
Hoe ernstiger de apraxie, hoe moeilijker het is om dagelijkse activiteiten zelf te blijven te doen. Door te oefenen met een ergotherapeut kan het zijn dat je bepaalde simpele taken weer kan doen. Maar meestal blijf je hulp van anderen nodig hebben.
Er zijn verschillende manieren waarop apraxie impact kan maken op je leven:
-
Iets begrijpen
Apraxie leidt niet tot problemen met denken of begrijpen. Als iemand je vraagt om iets te doen, dan begrijp je de vraag goed. Het lukt je vaak alleen niet om het te doen, omdat je niet goed weet hoe het moet.
-
Jezelf verplaatsen
Het is mogelijk dat je niet meer mag deelnemen aan het verkeer. Door apraxie kun je namelijk gevaarlijke situaties veroorzaken. Zo kan het zijn dat je niet meer weet in welke volgorde je bijvoorbeeld moet schakelen.
-
Jezelf verzorgen
Jezelf wassen, scheren, aankleden of eten: omdat je niet meer precies weet hoe je zulke dingen moet doen, kan het erg lastig zijn om jezelf goed te verzorgen. Vaak heb je hier dan ook hulp bij nodig.
-
Omgaan met anderen
Er bestaat een speciale vorm van apraxie waarbij je moeite kunt hebben met praten. Dit heet spraakapraxie. Door de spraakapraxie kun je moeite hebben om de goede klanken en bewegingen te maken met je mond en tong. Hierdoor ben je altijd bezig met het zoeken naar de juiste klanken en wordt praten met anderen lastiger.
-
Dagelijkse activiteiten
Koffie zetten, boodschappen doen, de hond uitlaten: de meeste dagelijkse activiteiten kun je niet meer zelf doen. Vaak stel je ze daarom uit of laat je ze aan iemand anders over. Als je belangrijke dingen niet meer zelf kunt doen, dan heb je dagelijks hulp van anderen nodig.
.
-
Meedoen aan de wereld
Apraxie maakt meedoen met de wereld moeilijker. Veel gewone dingen kun je niet meer zelf doen. En ook omgaan met anderen wordt lastiger. Daardoor kun je je bijvoorbeeld onzeker, somber of eenzaam gaan voelen. Dit kan ervoor zorgen dat je minder contact zoekt met anderen.
.
Apraxie leidt niet tot problemen met denken of begrijpen. Als iemand je vraagt om iets te doen, dan begrijp je de vraag goed. Het lukt je vaak alleen niet om het te doen, omdat je niet goed weet hoe het moet.
Het is mogelijk dat je niet meer mag deelnemen aan het verkeer. Door apraxie kun je namelijk gevaarlijke situaties veroorzaken. Zo kan het zijn dat je niet meer weet in welke volgorde je bijvoorbeeld moet schakelen.
Jezelf wassen, scheren, aankleden of eten: omdat je niet meer precies weet hoe je zulke dingen moet doen, kan het erg lastig zijn om jezelf goed te verzorgen. Vaak heb je hier dan ook hulp bij nodig.
Er bestaat een speciale vorm van apraxie waarbij je moeite kunt hebben met praten. Dit heet spraakapraxie. Door de spraakapraxie kun je moeite hebben om de goede klanken en bewegingen te maken met je mond en tong. Hierdoor ben je altijd bezig met het zoeken naar de juiste klanken en wordt praten met anderen lastiger.
Koffie zetten, boodschappen doen, de hond uitlaten: de meeste dagelijkse activiteiten kun je niet meer zelf doen. Vaak stel je ze daarom uit of laat je ze aan iemand anders over. Als je belangrijke dingen niet meer zelf kunt doen, dan heb je dagelijks hulp van anderen nodig.
.
Apraxie maakt meedoen met de wereld moeilijker. Veel gewone dingen kun je niet meer zelf doen. En ook omgaan met anderen wordt lastiger. Daardoor kun je je bijvoorbeeld onzeker, somber of eenzaam gaan voelen. Dit kan ervoor zorgen dat je minder contact zoekt met anderen.
.
Oorzaak in de hersenen
Apraxie wordt meestal veroorzaakt door een beschadiging van je hersenen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door een bepaalde hersenaandoening of een ongeluk. Maar je kunt ook met apraxie geboren worden. De kenmerken worden dan duidelijk als je ouder wordt. Artsen weten nog niet wat de oorzaak hiervan is.
Aandoeningen die leiden tot apraxie
Verschillende hersenaandoeningen kunnen leiden tot apraxie. Enkele voorbeelden zijn:
- beroerte
- hersentumor
- dementie
- hersenschade door een val, klap of botsing, zoals een hersenschudding of hersenkneuzing
Behandelen van apraxie
Apraxie is niet te genezen. Wel kan een team van speciale zorgverleners ervoor zorgen dat je er beter mee kunt leven.
Zo kan een ergotherapeut je compensatie-strategieën leren. Dit zijn nieuwe manieren waarop je belangrijke dagelijkse dingen weer zoveel mogelijk zelf kunt doen. Ook strategietraining kan helpen. Hierbij krijg je slimme trucs van een zorgverlener, waardoor je minder last hebt van klachten.
Als je moeite hebt met praten en het maken van bepaalde bewegingen met je mond, dan kan een logopedist je hiermee helpen.
Door je klachten kun je je erg somber gaan voelen. Als dat zo is, dan kunnen een maatschappelijk werker en een psycholoog ervoor zorgen dat je je weer beter gaat voelen.
Tips voor mensen met apraxie
Dit zijn een paar tips die je in verschillende situaties kunt gebruiken:
- Laat je niet afleiden: zorg ervoor dat je omgeving rustig is zodat je met alle aandacht je taak of activiteit kan doen. Zet bijvoorbeeld de tv of radio uit als je iets wilt gaan doen.
- Deel je taken op in kleine overzichtelijke stappen: zorg ervoor dat activiteiten behapbaar zijn waardoor je stappen ook niet met elkaar kan verwarren. Vraag je naasten hier ook voor hulp. Je naasten kunnen helpen door bijvoorbeeld de nodige voorwerpen alvast klaar te leggen en bij elke stap aan te wijzen wat je voor de handeling nodig hebt. Je kunt hiervoor ook hulp krijgen van een ergotherapeut.
Tips voor naasten van mensen met apraxie
Leven met apraxie kan een uitdaging zijn. Niet alleen voor de persoon zelf, maar ook voor jou als naaste.
Dit zijn een paar dingen die je voor de persoon met apraxie kunt doen:
- Maak taken makkelijker: deel een taak in stukjes op en ga naast de persoon met apraxie zitten. Leg bij elke stap zo eenvoudig mogelijk uit wat er moet gebeuren. Gebruik gebaren om dit nog duidelijker te maken.
- Leg spullen klaar: als de persoon met apraxie een taak gaat doen, leg dan eerst de nodige dingen in de goede volgorde. Leg al voor het koken bijvoorbeeld de verschillende soorten groente klaar, op de volgorde waarop ze de pan in moeten.
- Geef geen ingewikkelde taken: vraag de persoon met apraxie in het begin alleen om simpele en bekende dingen te doen. Zoals het smeren van een boterham.
- Maak een stappenplan: deel taken, zoals koffiezetten, op in heel kleine stappen en schrijf deze duidelijk op. Je kunt hier ook plaatjes of tekeningen bij zetten.
- Bied hulp aan: lukt het de persoon met apraxie niet om aan een taak te beginnen? Vraag dan wat diegene nodig heeft en moedig je naaste aan om het nog eens te proberen. Als het nog steeds niet lukt, probeer het dan een andere keer opnieuw. Je helpt degene niet altijd door de taak zelf over te nemen.
- Wees geduldig, plan veel tijd in: probeer niet boos te worden als er iets misgaat. Laat merken dat je hem of haar steunt en probeert te begrijpen.
- Blijf in gesprek met elkaar: bespreek regelmatig hoe het gaat. Praat over de dingen die goed gaan én de dingen die minder goed gaan.
De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van:
- Dr. Tanja Nijboer, neuropsycholoog, Universiteit Utrecht, Psychologische Functieleer, Neuropsychologie, SMARTneurolab
Laatste update: september 2023