Wat is vermoeidheid?
Iedereen heeft weleens last van vermoeidheid. Maar mensen met een hersenaandoening kunnen veel meer vermoeidheid ervaren dan vóór hun aandoening. In deze tekst gaat het over deze klachten van vermoeidheid en niet over vermoeidheidsziektes, zoals ME/CVS, slaapstoornissen, Post-COVID, of vermoeidheidsklachten die passen bij de ziekte van Lyme (neuroborreliose).
Vermoeidheid is moeilijk te vergelijken. Iedereen voelt en ervaart het anders. Na een hersenaandoening kun je je anders moe voelen dan vroeger. Je wordt sneller moe bij activiteiten en je hebt langer tijd nodig om te herstellen. Je vermoeidheid heeft invloed op je dagelijkse activiteiten. Slaap laat de vermoeidheid niet helemaal verdwijnen: ook al slaap je veel, je kunt je nog de hele tijd moe voelen.
Kenmerken van vermoeidheid
Veel mensen met een hersenaandoening geven aan dat ze (te) laat merken dat ze moe zijn. Bijvoorbeeld pas als je klaar bent met je activiteiten, of als je al heel erg moe bent. Soms merkt iemand in je omgeving dan wel al dat je heel moe bent.
De kenmerken van vermoeidheid verschillen per persoon. Als je jouw kenmerken op tijd herkent en dan rust neemt, kun je voorkomen dat je vermoeidheid erger wordt.
Deze kenmerken komen vaak voor bij vermoeidheid:
De impact van vermoeidheid
De impact van vermoeidheid op het dagelijks leven is groot en je zult je dagen anders moeten indelen. Bijvoorbeeld dingen korter doen, in een rustigere omgeving, of één ding tegelijk doen. De gevolgen van vermoeidheid zijn ook groot, omdat je aan de buitenkant vaak niet ziet hoe moe iemand is. Hierdoor kan iemand met ernstige vermoeidheid veel onbegrip ervaren.
Vermoeidheid kan verschillende gevolgen hebben:
-
Thuis
Je kunt meer moeite hebben met voor jezelf zorgen. Misschien ben je bijvoorbeeld te moe om te koken, boodschappen te doen of schoon te maken. Ook kan je zo moe zijn dat je minder zin hebt in seks en lichamelijk contact. Je kunt dan problemen hebben met intimiteit en seksualiteit
-
Werk en school
Door vermoeidheid kan je meer moeite hebben met de drukte van het dagelijks leven. Misschien merk je bijvoorbeeld dat je trager denkt, aandachtsproblemen hebt of moeite hebt met dingen onthouden. Dat betekent niet dat je dommer bent. Je hebt alleen meer tijd nodig dan je gewend was en dit kan het moeilijker maken om goed mee te komen op werk en school. Je kunt bijvoorbeeld meer tijd nodig hebben om te studeren of om stukken door te lezen.
-
Vrije tijd
Je kunt meer moeite hebben om te reizen. Misschien ben je te moe om (veilig) te lopen, fietsen, auto te rijden, of om met het openbaar vervoer te reizen. Dit kan invloed hebben op het indelen van je vrije tijd. Misschien blijf je bijvoorbeeld vaker thuis, omdat een andere activiteit te veel energie kost. Je gaat bijvoorbeeld minder vaak naar feestjes, het theater of andere hobby’s buiten je huis.
-
Sociale contacten
Andere mensen kunnen aan de buitenkant meestal niet zien hoe je je voelt als je erg moe bent. Vaak heb je minder energie om naar anderen te luisteren. Gesprekken met meerdere mensen kunnen ook lastiger zijn om te volgen. Soms merk je ook dat je minder interesse hebt in anderen. Omdat je minder energie hebt om dingen te doen, zit je misschien vaker alleen thuis.
Je kunt meer moeite hebben met voor jezelf zorgen. Misschien ben je bijvoorbeeld te moe om te koken, boodschappen te doen of schoon te maken. Ook kan je zo moe zijn dat je minder zin hebt in seks en lichamelijk contact. Je kunt dan problemen hebben met intimiteit en seksualiteit
Door vermoeidheid kan je meer moeite hebben met de drukte van het dagelijks leven. Misschien merk je bijvoorbeeld dat je trager denkt, aandachtsproblemen hebt of moeite hebt met dingen onthouden. Dat betekent niet dat je dommer bent. Je hebt alleen meer tijd nodig dan je gewend was en dit kan het moeilijker maken om goed mee te komen op werk en school. Je kunt bijvoorbeeld meer tijd nodig hebben om te studeren of om stukken door te lezen.
Je kunt meer moeite hebben om te reizen. Misschien ben je te moe om (veilig) te lopen, fietsen, auto te rijden, of om met het openbaar vervoer te reizen. Dit kan invloed hebben op het indelen van je vrije tijd. Misschien blijf je bijvoorbeeld vaker thuis, omdat een andere activiteit te veel energie kost. Je gaat bijvoorbeeld minder vaak naar feestjes, het theater of andere hobby’s buiten je huis.
Andere mensen kunnen aan de buitenkant meestal niet zien hoe je je voelt als je erg moe bent. Vaak heb je minder energie om naar anderen te luisteren. Gesprekken met meerdere mensen kunnen ook lastiger zijn om te volgen. Soms merk je ook dat je minder interesse hebt in anderen. Omdat je minder energie hebt om dingen te doen, zit je misschien vaker alleen thuis.
Oorzaak van vermoeidheid
Hoe het komt dat mensen met een hersenaandoening vaak sneller moe worden, is niet precies duidelijk. Wel weten we dat een aantal processen invloed kunnen hebben op vermoeidheid.
-
Je hersenen moeten harder werken
Bij sommige hersenaandoeningen is je brein beschadigd. Je hersenen moeten dan harder werken om hetzelfde voor elkaar te krijgen. Daarom word je sneller moe en duurt het langer om te herstellen.
-
Schade aan kleine hersenen en hersenstam
De kleine hersenen en hersenstam spelen een rol bij vermoeidheid, slaap en je wakker voelen. Bij schade aan deze gebieden kan het zijn dat je je vermoeider voelt dan eerst.
-
Schade aan verbindingen in de hersenen
De hersenen bestaan uit gebieden die met elkaar samenwerken. Bij hersenschade kunnen de verbindingen tussen hersengebieden verstoord raken. Hierdoor moeten de hersenen harder werken om samen te werken, wat meer energie kost en sneller tot vermoeidheid leidt.
-
Slecht slapen
Sommige hersenaandoeningen, veel stress of het gebruik van bepaalde medicijnen kunnen je slaap verstoren. Je slaapt dan misschien wel lang genoeg, maar de kwaliteit van je slaap is niet goed. Je voelt je dan alsnog erg moe.
-
Meer stofjes die je moe maken
In de hersenen zorgen bepaalde stofjes (cytokines) er meestal voor dat je je ziek gedraagt wanneer je ziek bent: je voelt je dan moe en zwak. Daardoor doe je rustig aan als je ziek bent en herstel je beter. Bij verschillende hersenaandoeningen zijn deze stofjes ook in het lichaam gevonden. Het kan zijn dat je je hierdoor erg vermoeid voelt.
-
Aandachtsproblemen
Na een hersenaandoening heb je soms last van problemen met je aandacht die veel extra energie kosten. Het kan dan bijvoorbeeld veel moeilijker zijn om van de ene taak over te gaan naar een andere taak. Tijdens het koken ook een gesprek voeren, gaat dan bijvoorbeeld niet meer. Daarnaast kan het zijn dat je veel minder lang dan vroeger je aandacht ergens bij kan houden. Waar je bijvoorbeeld eerst bijna een heel boek in een keer uit kon lezen, kost het je nu al moeite om één pagina te lezen.
-
Vertraging als oorzaak
Doordat je vaak langer nodig hebt om nieuwe informatie te begrijpen, kost het meer moeite om de dagelijkse dingen te doen. Met als gevolg: meer vermoeidheid.
-
Niet meer automatisch
Na een hersenaandoening kan het zijn dat sommige dingen niet meer automatisch gaan, zoals een kopje thee zetten. Maar ook bij het lopen of praten kan het zijn dat je nu bewust moet nadenken. Dat kost extra energie.
Bij sommige hersenaandoeningen is je brein beschadigd. Je hersenen moeten dan harder werken om hetzelfde voor elkaar te krijgen. Daarom word je sneller moe en duurt het langer om te herstellen.
De kleine hersenen en hersenstam spelen een rol bij vermoeidheid, slaap en je wakker voelen. Bij schade aan deze gebieden kan het zijn dat je je vermoeider voelt dan eerst.
De hersenen bestaan uit gebieden die met elkaar samenwerken. Bij hersenschade kunnen de verbindingen tussen hersengebieden verstoord raken. Hierdoor moeten de hersenen harder werken om samen te werken, wat meer energie kost en sneller tot vermoeidheid leidt.
Sommige hersenaandoeningen, veel stress of het gebruik van bepaalde medicijnen kunnen je slaap verstoren. Je slaapt dan misschien wel lang genoeg, maar de kwaliteit van je slaap is niet goed. Je voelt je dan alsnog erg moe.
In de hersenen zorgen bepaalde stofjes (cytokines) er meestal voor dat je je ziek gedraagt wanneer je ziek bent: je voelt je dan moe en zwak. Daardoor doe je rustig aan als je ziek bent en herstel je beter. Bij verschillende hersenaandoeningen zijn deze stofjes ook in het lichaam gevonden. Het kan zijn dat je je hierdoor erg vermoeid voelt.
Na een hersenaandoening heb je soms last van problemen met je aandacht die veel extra energie kosten. Het kan dan bijvoorbeeld veel moeilijker zijn om van de ene taak over te gaan naar een andere taak. Tijdens het koken ook een gesprek voeren, gaat dan bijvoorbeeld niet meer. Daarnaast kan het zijn dat je veel minder lang dan vroeger je aandacht ergens bij kan houden. Waar je bijvoorbeeld eerst bijna een heel boek in een keer uit kon lezen, kost het je nu al moeite om één pagina te lezen.
Doordat je vaak langer nodig hebt om nieuwe informatie te begrijpen, kost het meer moeite om de dagelijkse dingen te doen. Met als gevolg: meer vermoeidheid.
Na een hersenaandoening kan het zijn dat sommige dingen niet meer automatisch gaan, zoals een kopje thee zetten. Maar ook bij het lopen of praten kan het zijn dat je nu bewust moet nadenken. Dat kost extra energie.
Aandoeningen die kunnen leiden tot vermoeidheid
Veel hersenaandoeningen kunnen zorgen voor vermoeidheid. Een aantal voorbeelden zijn:
• Herseninfarct of -bloeding (CVA)
• Traumatisch hersenletsel
• Multiple Sclerose
• Ziekte van Parkinson
• Hersentumor
• Ziekte van Alzheimer
• Depressie
Behandelen van vermoeidheid
Er is geen behandeling om ernstige vermoeidheid helemaal te laten verdwijnen. Wel zijn er behandelingen die je helpen om goed je energie te verdelen. Hierdoor heb je minder last van je vermoeidheid.
Bij de behandeling van vermoeidheid, is het belangrijk om te veel belasting (overbelasting) en te weinig belasting (onderbelasting) uit de weg te gaan:
Overbelasting
Veel mensen wachten tot ze energie hebben en proberen dan zoveel mogelijk uit hun dag te halen. Het gevolg is dat je heel vermoeid wordt waar je lang van moet herstellen. Zo wordt de vermoeidheid lastig te voorspellen. Je voelt je dan soms heel moe (dalen) en soms heb je veel energie (pieken).
Onderbelasting
Soms gaan mensen juist minder doen om vermoeidheid te voorkomen. Lichamelijk gaan dingen je dan steeds meer moeite kosten, waardoor je eerder moe wordt als je je inspant. Het wordt dan steeds moeilijker om dingen te doen en je wordt vaak alleen nog maar meer moe.
Uiteindelijk is het belangrijk om een goede verdeling te vinden tussen over- en onderbelasting. Dit kan heel lastig zijn. Zoek daarom professionele hulp. Ga naar je huisarts of revalidatiearts. Die kan je verwijzen naar een ergotherapeut of (neuro)psycholoog. Zij kunnen je helpen om je energie op een prettige manier te verdelen.
Tips voor mensen met vermoeidheid
-
Pauzeer
Gebruik kleine en grote pauzes tussen je activiteiten. Zo kan je misschien voorkomen dat de vermoeidheid te ernstig wordt. Tijdens een pauze voel je vaak beter aan hoe moe je bent. Kleine pauzes kunnen al helpen. Op je werk kun je bijvoorbeeld naar het toilet gaan voor een korte pauze. Thuis kun je je kort terugtrekken op een aparte kamer. Zorg er dan voor dat je zo min mogelijk prikkels hebt en leg je telefoon weg. Heb je extra inspannende activiteiten op de planning staan? Plan dan wat meer en wat langere rust.
-
Wissel inspanning af met ontspanning
Het is belangrijk dat je een goede balans vindt tussen inspanning en ontspanning. Het is niet erg om activiteiten te doen die energie kosten, als je daarna weer kunt ontspannen. Hoe je het beste kunt ontspannen, verschilt per persoon. Vóór je hersenaandoening was je misschien gewend om je te ontspannen op een bepaalde manier, bijvoorbeeld door televisie te kijken of door muziek te luisteren. Dit kan nu te vermoeiend voor je zijn. Toch zijn er veel andere manieren om te ontspannen. Probeer bijvoorbeeld een rondje te wandelen nadat je gewerkt hebt, luister op de bank naar muziek of neem een bad.
-
Kijk vooruit en maak een plan
Vooruitdenken en plannen kan helpen om je energie goed te verdelen. Je hebt dan een beter idee wat je te wachten staat en voelt je misschien minder ‘overvallen’. Gebruik bijvoorbeeld een agenda en kijk regelmatig wat je de komende dagen op de planning hebt staan. Plan rustmomenten in en houd ook vrije tijd over. Zo kun je je plan altijd nog aanpassen.
-
Doe één ding tegelijk
Combineren kost veel energie. Probeer dingen één voor één te doen. Houd bijvoorbeeld geen (telefoon)gesprekken tijdens het koken, stuur geen berichten als je een gesprek voert, zet de radio uit als je een boek leest en werk tijdens een overleg niet tussendoor je mail bij.
-
Leg je situatie uit aan je omgeving
Vertel je omgeving dat je last hebt van ernstige vermoeidheid. Het is voor je naasten waarschijnlijk niet goed voor te stellen wat het betekent als je heel moe bent. Laat weten hoe je je voelt en wat je nodig hebt. Zo kan je omgeving hier rekening mee houden.
-
Vraag hulp
Mensen uit je omgeving willen (meestal) graag helpen. Probeer hulp te zoeken, zodat je energie kunt bewaren voor de leuke dingen. Wees niet bang om ook steun te vragen voor de dagelijkse dingen, zoals het huishouden. Hou er wel rekening mee dat anderen ‘nee’ kunnen zeggen. Ook zij moeten op hun energie letten. Verder kun je natuurlijk ook hulp vragen aan een zorgverlener, zoals je (huis)arts of psycholoog. Zij kunnen je ondersteunen en misschien helpen om je energie te vergroten.
-
Zorg goed voor jezelf
Misschien is dit het laatste waar je aan denkt als je erg vermoeid bent. Maar juist dan is het belangrijk om goed voor jezelf te zorgen. Blijf dus in beweging, voor zover dat mogelijk is. Elke beweging is mooi meegenomen. Neem de tijd voor je slaap en houd een regelmatig slaapritme aan. Zorg ook voor genoeg momenten van ontspanning. Maak tijd voor het doen van dingen die je leuk vindt. Daarmee kan je je energie ook opladen.
Gebruik kleine en grote pauzes tussen je activiteiten. Zo kan je misschien voorkomen dat de vermoeidheid te ernstig wordt. Tijdens een pauze voel je vaak beter aan hoe moe je bent. Kleine pauzes kunnen al helpen. Op je werk kun je bijvoorbeeld naar het toilet gaan voor een korte pauze. Thuis kun je je kort terugtrekken op een aparte kamer. Zorg er dan voor dat je zo min mogelijk prikkels hebt en leg je telefoon weg. Heb je extra inspannende activiteiten op de planning staan? Plan dan wat meer en wat langere rust.
Het is belangrijk dat je een goede balans vindt tussen inspanning en ontspanning. Het is niet erg om activiteiten te doen die energie kosten, als je daarna weer kunt ontspannen. Hoe je het beste kunt ontspannen, verschilt per persoon. Vóór je hersenaandoening was je misschien gewend om je te ontspannen op een bepaalde manier, bijvoorbeeld door televisie te kijken of door muziek te luisteren. Dit kan nu te vermoeiend voor je zijn. Toch zijn er veel andere manieren om te ontspannen. Probeer bijvoorbeeld een rondje te wandelen nadat je gewerkt hebt, luister op de bank naar muziek of neem een bad.
Vooruitdenken en plannen kan helpen om je energie goed te verdelen. Je hebt dan een beter idee wat je te wachten staat en voelt je misschien minder ‘overvallen’. Gebruik bijvoorbeeld een agenda en kijk regelmatig wat je de komende dagen op de planning hebt staan. Plan rustmomenten in en houd ook vrije tijd over. Zo kun je je plan altijd nog aanpassen.
Combineren kost veel energie. Probeer dingen één voor één te doen. Houd bijvoorbeeld geen (telefoon)gesprekken tijdens het koken, stuur geen berichten als je een gesprek voert, zet de radio uit als je een boek leest en werk tijdens een overleg niet tussendoor je mail bij.
Vertel je omgeving dat je last hebt van ernstige vermoeidheid. Het is voor je naasten waarschijnlijk niet goed voor te stellen wat het betekent als je heel moe bent. Laat weten hoe je je voelt en wat je nodig hebt. Zo kan je omgeving hier rekening mee houden.
Mensen uit je omgeving willen (meestal) graag helpen. Probeer hulp te zoeken, zodat je energie kunt bewaren voor de leuke dingen. Wees niet bang om ook steun te vragen voor de dagelijkse dingen, zoals het huishouden. Hou er wel rekening mee dat anderen ‘nee’ kunnen zeggen. Ook zij moeten op hun energie letten. Verder kun je natuurlijk ook hulp vragen aan een zorgverlener, zoals je (huis)arts of psycholoog. Zij kunnen je ondersteunen en misschien helpen om je energie te vergroten.
Misschien is dit het laatste waar je aan denkt als je erg vermoeid bent. Maar juist dan is het belangrijk om goed voor jezelf te zorgen. Blijf dus in beweging, voor zover dat mogelijk is. Elke beweging is mooi meegenomen. Neem de tijd voor je slaap en houd een regelmatig slaapritme aan. Zorg ook voor genoeg momenten van ontspanning. Maak tijd voor het doen van dingen die je leuk vindt. Daarmee kan je je energie ook opladen.
Tips voor naasten van mensen met vermoeidheid
Wat kun je doen als je naaste veel last heeft van vermoeidheid?
- Kijk naar wat er wél goed gaat: door vooral aandacht te hebben voor de dingen die goed gaan, bouw je samen vertrouwen op.
- Zorg voor een dagelijks ritme: doe elke dag dezelfde taken op hetzelfde moment. Wissel hierbij inspanning af met ontspanning en rustmomenten: help je naaste om te zoeken naar een goede balans.
- Vraag of, en zo ja hoe je kunt helpen. Misschien kun je helpen door je naaste op tijd rust te laten nemen, of om bepaalde huishoudelijke taken over te nemen.
- Word niet boos op je naaste over de vermoeidheid. Het is een kenmerk van een hersenaandoening waar je naaste niets aan kan doen.
- Bespreek met je naaste om hulp te zoeken van de omgeving of professionele hulp.
- Let ook op jezelf: je kunt je naaste alleen helpen als het met jou goed gaat. Blijf dus zelf leuke dingen doen. En ook jij mag om hulp vragen
De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van:
- Aglaia Zedlitz, universitair docent Gezondheids- Medische en Neuropsychologie, Universiteit Leiden en psychotherapeut bij G-Kracht psychomedisch centrum
- Jessica Bruijel, senior onderzoeker, Universiteit Maastricht en Expertisecentrum Hersenletsel Limburg
Laatste update: januari 2025