Het onderzoeksprogramma Snel Beter Behandelen van de Hersenstichting maakt onderzoek mogelijk dat bestaande behandelingen optimaliseert en nieuwe behandelingen ontwikkelt. De belangrijkste voorwaarde van de te steunen onderzoeken is dat die behandelingen binnen vijf jaar in de kliniek toegepast moeten kunnen worden. Door huidige behandelmogelijkheden voor (en met) patiënten met hersenaandoeningen te verbeteren kunnen we een zo groot mogelijke gezondheidswinst voor patiënten realiseren.

In december 2017 zijn, net als in 2015, onderzoeksvoorstellen voor dit programma gehonoreerd. Zes onderzoeken kregen samen bijna € 1,7 miljoen. Daarnaast zijn er in november 2017 en april 2018 twee bestemmingsgiften, in totaal € 488.342, toegekend. Hieronder leest u een korte samenvatting van de onderzoeken.

Virtual reality voor de behandeling van psychoses

Zeventig procent van mensen met een psychose heeft last van extreme achterdocht (paranoia). Ze zien overal aanwijzingen dat anderen hen kwaad willen doen. Ze weten zeker dat ze gevaar lopen, terwijl dat niet zo is. De standaard psychologische behandeling is cognitieve gedragstherapie (CGT). Patiënten moeten daarbij ook oefenen met situaties in hun dagelijks leven waar ze achterdochtig en bang van worden. Deze behandeling werkt wel, maar minder goed dan we zouden willen. Mensen durven in de praktijk vaak niet te oefenen met angstige situaties, of de situaties die nodig zijn om goed te oefenen doen zich te weinig voor. Daarnaast zijn psychologen er niet bij om ter plekke advies te geven.

Virtual Reality (VR) kan de behandeling van extreme achterdocht verbeteren. VR is een driedimensionale omgeving die door een computer is gemaakt en reageert op wat iemand doet. Het roept dezelfde lichamelijke en psychologische reacties op als de echte wereld. Dat maakt het mogelijk om te oefenen met situaties die in het echt misschien nog te spannend zijn. Ook kan iemand precies die situaties uitkiezen die hij nodig heeft en is het met deze methode wel mogelijk dat de psycholoog bij het oefenen aanwezig is. Uit een eerste onderzoek bleek dat deze behandeling inderdaad goed helpt. Na de VR-behandeling hadden mensen veel minder last van achterdocht en angst in sociale situaties.

Voordat deze nieuwe VR-behandeling overal ingevoerd kan worden moet het duidelijk zijn of het beter werkt dan de behandeling die nu wordt gebruikt. De onderzoekers zullen de VR-behandeling met cognitieve gedragstherapie vergelijken.

Het onderzoek wordt geleid door Dr. W.A. Veling van het Universiteit Medisch Centrum Groningen.

Behandeling van wearing-off gerelateerde stress voor mensen met parkinson

Een waardevol leven behouden als je de ziekte van Parkinson hebt is voor veel patiënten een uitdaging. De ziekte gaat gepaard met fysieke en mentale ups en downs; schommelingen over dagen, weken en jaren. Een voorbeeld van zo’n schommeling is ‘wearing-off’, wat ‘het uitwerken van de Parkinson-medicatie’ betekent. Uit onderzoek blijkt dat patiënten dit een van de meest vervelende symptomen vinden, met name ook de stress die hiermee gepaard gaat.

VUmc onderzoekers hebben de BEWARE training ontwikkeld: beter leren omgaan met de schommelingen van de ziekte zodat je een waardevol leven behoudt, en hierdoor minder stress ervaart. Deze groepstraining bestaat uit een combinatie van fysiotherapie en acceptatie & commitment therapie (ACT). ACT is een gedragstherapie waarin met behulp van bijvoorbeeld mindfulness oefeningen waarin deelnemers leren te handelen naar wat voor hun belangrijk is.

In deze studie wordt onderzocht of de BEWARE training daadwerkelijk een toegevoegde waarde heeft voor mensen met wearing-off gerelateerde stress. Website: (www.parkinson-beware.nl).

Dit onderzoek wordt geleid door Dr. E. van Wegen (VUmc Amsterdam), in samenwerking met Zuyderland Ziekenhuis Heerlen en Zorgsprectrum en St. Anthonius, Nieuwegein.

Bestemmingsgift: Elektrische stimulatie van de kleine hersenen als behandeling voor SCA3

Spinocerebellaire ataxie type 3 (SCA3) behoort tot een groep erfelijke ziekten van het centrale zenuwstelsel. Hierbij zijn vooral de kleine hersenen (het cerebellum) aangedaan. Symptomen kunnen per patiënt verschillen, maar bewegingsstoornissen staan op de voorgrond. Het belangrijkste probleem is dat SCA3, en ook andere vormen van ataxie, niet behandelbaar zijn. Er zijn spannende ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van gentherapie, maar op dit moment kunnen we alleen proberen de symptomen te verlichten. En zelfs daarvoor zijn er weinig behandelopties die berusten op goed wetenschappelijk onderzoek. Het progressieve karakter van de ziekte en de aard van de verschijnselen hebben een flinke impact op het leven van de patiënt en zijn/haar naasten.

In deze studie wordt onderzocht of elektrische stimulatie van de kleine hersenen, toegediend met elektrodes op de hoofdhuid met een techniek die TDCS (transcraniële direct current stimulatie) heet, een manier is om de symptomen van de ziekte SCA3 te bestrijden. Wanneer een goed effect gevonden wordt, dan zou deze techniek deel kunnen worden van de revalidatiebehandeling voor SCA3 en ook andere ataxieën, en wordt verder onderzoek naar deze behandeltechniek aangemoedigd.

Deze studie wordt gefinancierd vanuit het Brugling Fonds, een Fonds dat zich ten doel heeft gesteld onderzoek te financieren naar de ziekte SCA3. De studie wordt geleid door Dr. B. van de Warrenburg van het Radboud UMC.