Biologische mechanismen ontdekken die kunnen verklaren waarom een actief lerend brein beschermt tegen Alzheimer
Learning to resist Alzheimer’s disease: Novel molecular mechanisms that protect neurons against amyloid-beta
Projectleider: Dr. ir. H. Kessels, Het Nederlands Herseninstituut, KNAW
Een belangrijke doelstelling van de Hersenstichting is het behandelbaar en geneesbaar maken van hersenaandoeningen, waaronder dementie. Er is op dit moment geen therapie die effectief de ziekte van Alzheimer kan bestrijden. Om deze te kunnen ontwikkelen, is het belangrijk om de oorzaak van de ziekte te begrijpen en te ontdekken waarom sommige personen minder gevoelig zijn voor het ontwikkelen van de ziekte. Dit onderzoek draagt hieraan bij. De doelstellingen van het onderzoek zijn:
- Biologische mechanismen ontdekken die kunnen verklaren waarom een actief lerend brein wordt beschermd tegen alzheimer.
- Ontwikkeling van mogelijk nieuwe therapieën voor het remmen of voorkomen van de ziekte van Alzheimer.
Het blijkt dat mensen die hun hersenen ‘in vorm’ houden door intellectueel actief te blijven, minder vatbaar zijn voor geheugenproblemen die gerelateerd zijn aan de ziekte van Alzheimer. Een teveel aan het alzheimereiwit amyloïd-bèta speelt een belangrijke rol speelt in het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. De ophoping van amyloïd-bèta veroorzaakt geheugenproblemen in de vroege stadia van de ziekte van Alzheimer omdat het de verbindingen tussen zenuwcellen, de zogenaamde ‘synapsen’, aantast. Het is nog onbekend hoe het alzheimereiwit de synapsen aantast, maar onlangs ontdekten de onderzoekers biologische mechanismen die kunnen verklaren waarom een actief lerend brein wordt beschermd tegen Alzheimer. Wanneer zenuwcellen meer factoren aanmaken waarvan je beter gaat leren, worden de synapsen van die zenuwcel niet aangetast door het alzheimereiwit. Dit onderzoek zou een wetenschappelijke verklaring kunnen geven voor de manier waarop een actieve levensstijl van invloed is op het kunnen vertragen of zelfs voorkomen van de ziekte van Alzheimer. Onderzocht wordt hoe een therapie kan worden ontwikkeld die al onze synapsen beschermt tegen het alzheimereiwit. Daarmee kan het onderzoek op termijn leiden tot de ontwikkeling van een nieuwe generatie van medicijnen die voor het eerst een behandeling mogelijk maken waarbij het zelfbeschermende vermogen van het brein wordt hersteld en het ziekteproces wordt vertraagd of zelfs tot staan wordt gebracht.
Laat het brein niet indutten: door slim bewegen de kans op dementie verminderen
Train the sedentary brain: move smart to reduce the risk of dementia
Projectleider: Prof. dr. E.J.A. Scherder, Vrije Universiteit Amsterdam
De Hersenstichting wil graag hersenen gezond houden. Het is al bekend dat de hersenen beter presteren door bewegen. Ook weten we dat lichamelijke inactiviteit één van de risico’s is voor het ontstaan van dementie. Dementie kan nog niet worden genezen. Daarom is het belangrijk om de risico’s op het ontstaan van dementie zo klein mogelijk te maken. Dit onderzoek draagt hieraan bij. De doelstellingen van het onderzoek zijn:
- Inzicht krijgen in de invloed van lichamelijke inactiviteit op achteruitgang van hersenfuncties
- Een geschikt bewegingsprogramma ontwikkelen dat cognitieve en lichamelijke achteruitgang kan vertragen
- Bundeling van kennis en ervaring van nationale experts op het terrein van bewegen en dementie
Dit project richt zich op mensen die op basis van erfelijkheid een verhoogd risico hebben op dementie. Deze mensen zijn drager van apolipoproteine E4 (APOEe4), een eiwit dat betrokken is bij de cholesterol stofwisseling. APOEe4-dragers zijn mogelijk meer lichamelijk inactief dan mensen zonder APOEe4. Het is nooit onderzocht of, en zo ja op welke wijze, inactiviteit schadelijk is voor het brein. Dit inzicht is belangrijk voor het ontwikkelen van optimale bewegingsprogramma’s. De onderzoekers gaan bij APOEe4-dragers en mensen met een beginnende dementie kijken of lichamelijke inactiviteit leidt tot een achteruitgang van hersenfuncties. Ook wordt onderzocht of lichamelijke training (gecombineerd met hersengymnastiek) leidt tot een verbetering van hersenfuncties. De onderzoekers willen uiteindelijk aantonen dat een geschikt bewegingsprogramma de cognitieve en lichamelijke achteruitgang kan vertragen bij mensen die een sterk verhoogd risico hebben op dementie, of al in het beginstadium van de ziekte zijn. De studies worden uitgevoerd in een samenwerkingsverband tussen onderzoeksgroepen uit Amsterdam, Groningen en Nijmegen, zorgorganisaties op het gebied van zorg voor ouderen thuis en in een verpleeghuis en een praktijkorganisatie op het gebied van het organiseren van bewegingsprogramma’s, alsmede het werven van deelnemers en het toepassen van beweging in de praktijk.
In kaart brengen van veranderingen in hersencellen van alzheimerpatiënten: op weg naar een nieuwe therapie
Cell-type specific changes in gene-networks in the human brain: towards a selective Alzheimer therapeutic target
Projectleiders: Prof. dr. H.W.G.M. Boddeke, Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en prof. dr. E.M. Hol, UMC Utrecht
Ook dit onderzoek draagt bij aan het krijgen van meer inzicht in de oorzaak van dementie. Er is nu nog geen therapie die effectief de ziekte van Alzheimer kan bestrijden. Met behulp van hersenen van een grote groep mensen met de ziekte van Alzheimer en hun familieleden, die na overlijden hun hersenen zullen doneren voor wetenschappelijk onderzoek aan de Nederlandse Hersenbank. De doelstellingen van dit onderzoek zijn:
- Hersenmateriaal bestuderen van 80 overleden donoren
- Door nieuwe technologie zenuw- en gliacellen uit de hersenen halen en van elkaar scheiden
- Meer inzicht krijgen in de oorzaak van dementie
Onze hersenen bestaan uit miljarden cellen die belangrijk zijn om ons brein goed te laten functioneren. Dit zijn niet alleen zenuwcellen, maar ook minstens zoveel zogeheten opruimcellen (gliacellen). We weten dat bij alzheimerpatiënten de gliacellen continu bezig zijn om plaques – eiwitklontjes in de hersenen – op te ruimen, maar dat het niet goed lukt. Het gevolg is dat gliacellen de zenuwcellen niet meer goed kunnen ondersteunen en dit kan leiden tot dementie. Het is niet bekend hoe dit kan, terwijl deze kennis essentieel is om een geneesmiddel te kunnen ontwikkelen.
In hersenweefsel, beschikbaar gesteld door de Nederlandse Hersenbank, wordt zeer gericht gezocht naar veranderingen in hersencellen, die direct relevant zijn voor de ziekte. In de eerste drie jaar krijgen de onderzoekers via de Hersenbank stukjes hersenmateriaal van 80 overleden donoren. De laboratoria ontvangen dit materiaal binnen één dag na de dood van de patiënt. De korte afstanden tussen woonplaatsen, ziekenhuizen en universiteiten in Nederland zorgen voor optimale omstandigheden voor dit soort onderzoek. Met een nieuwe technologie, die de zenuw- en gliacellen uit de hersenen haalt en van elkaar scheidt, stellen de onderzoekers de veranderingen in de cellen vast. Deze informatie wordt gebruikt om ziekteprocessen in kaart te brengen, zodat er meer inzicht komt in wat de oorzaak van de dementie zou kunnen zijn. De samenwerking met Pfizer maakt het mogelijk om de onderzoeksresultaten om te zetten in nieuwe geneesmiddelen of nieuwe diagnostiek.