Een rib uit m’n lijf
20 december, 2024
Maandag 18 januari 2016
Puzzeltjes en spelletjes, ik had en heb er niets mee. Geef mij maar proza en poëzie.
Op de Cito-toets na heb ik ze kunnen ontwijken tot die woensdag 9 november 2011. Met hersens als een pan spaghetti ga ik die dag naar de afspraak met de neuropsycholoog in het revalidatiecentrum, waar ik de vorige dag ben gearriveerd. Omdat mijn rechterkant niet mee wenst te werken kom ik in een rolstoel al hortend en stotend de kamer binnen. De neuropsycholoog is een grote, barse man. Voordat ik het besef krijg ik puzzeltjes en spelletjes voorgeschoteld, met als hoogtepunten de creatief-met-kurk-en-water-test en de Torens-van-Hanoi-test. Beiden zijn een drama en mijn verzetsstand gaat aan. Na afloop van de sessie ben ik verbolgen en neem ik mij voor dit horroruurtje voortaan over te slaan.
Maar de volgende dag heeft mijn ratio mijn gevoel omgepraat en herinnert mijn geheugen zich iets over mensen in de allergiezone. En inderdaad, mijn geheugen heeft gelijk. De sessies worden bijzonder en emotioneel. Als de neuropsycholoog mij vraagt een door hem gekozen gedicht voor te dragen, schieten mijn ogen vol, want juist dit gedicht is mij erg dierbaar. Toch houdt mijn verzet stand, want aan het einde van een groepscursus cognitieve revalidatie besluit ik geen neuropsychologisch onderzoek te laten doen. Hierop reageert de neuropsycholoog als vanouds, nukkig en nors.
Na elf maanden alternatieve arbeid ben ik het zat en ga ik aan de slag in mijn oude functie. Het is een uitdaging met mijzelf. Rustig bouw ik mijn uren op tot de volledige 32 uur, alsof er niets is gebeurd. Ondertussen negeer ik alle signalen, van mijn lijf én van mijn omgeving. Ik heb maar één doel, laten zien dat met mijn doorzettingsvermogen het onmogelijke mogelijk is. En als ik in oktober 2013 word goedgekeurd, ben ik euforisch. Maar tegelijkertijd vraag ik mij af hoe ik dit volhou tot aan mijn pensioen. Snel wuif ik die gedachte weg en vervolg de in 2011 gestarte opleiding. Echter, het afrondende examen lukt niet meer. Ik ben op. Op 3 maart 2014 trek ik de stekker eruit en meld ik mij ziek. Mijn lijf is zo verstijfd dat ik letterlijk niet uit bed kan komen. Ik heb hulp nodig, niet alleen om uit bed te komen, maar ook om mijn hoofd te laten testen. Mijn fanatisme is mijn valkuil geworden.
Ik ga terug naar de neuropsycholoog voor het door mij gevreesde neuropsychologisch onderzoek. Hij is verrast, maar blij. Hij vraagt mij aan te geven wat mijn problemen zijn op lichamelijk, emotioneel en cognitief gebied. De te optimistische lijst mail ik aan hem. Een paar weken later volgen de testen, twee keer anderhalf uur met een week ertussen. Tot mijn ontsteltenis zijn de Torens van Hanoi ook weer van de partij. De testen zijn slopend, zowel fysiek als emotioneel, en de uitslag verbaast mij niet. Ik heb problemen met volgehouden aandacht, tempo van informatieverwerking, auditief-verbale geheugen, rekenen, ruimtelijk inzicht en anticiperend vermogen. Een paar aspecten is mij al jaren bekend, getuige het Cito-advies. Maar deze test is raak.
Mijn toren is omgevallen, maar met de beschadigde brokstukken kan opnieuw worden gebouwd.
Lees hier de vorige blog van Elisheva
Elisheva heeft in 2011 niet-aangeboren-hersenletsel opgelopen als gevolg van een Sinustrombose met hersenbloeding. Ze wil met haar blogs graag andere mensen hebben met het verwerken van een vergelijkbare traumatische gebeurtenis. Columns van andere mensen hebben haar namelijk ook geholpen!