Overprikkeling en vakantie

“Ik ga niet verder met jou op vakantie dan 300 km”, zei mijn man resoluut. “Het is anders niet te doen. En oh ja, de dag na de reis is een rustdag en we blijven zeker twee weken op dezelfde plek. We hebben anders geen vakantie.” Ik keek hem aan en alhoewel ik meestal wel weerwoord heb, hield ik nu mijn mond. Vakantie is heel hard werken voor mij. We besloten naar Duitsland te gaan en een paar weken later gingen we op weg. Ik pakte mijn zakjes van een kilo en legde er op elke been een. Dat had ik zo geleerd van de ergotherapeut. Immers, een andere prikkel dan de visuele prikkels van rijdende auto’s, ruitenwissers en bomen, dempt de overprikkeling iets.

Na drie uur rijden en meerdere pauzes, kwamen we aan in een natuurhuisje. Welterusten, zei ik en 14 uur later werd ik wakker. Zo, nu kon de rustdag beginnen. Toch was het een fijne vakantie en genoten we. 

Weer thuis

Twee weken later reden we in de ochtend terug. Ik stapte thuis uit. “Ha buurvrouw, ja het ging best goed, we hebben een leuke vakantie gehad.” 

We pakten de spullen uit de auto en aten wat. “Ik ga rusten”, zei ik en ik liep naar boven. Al snel riep ik mijn man: “Help alles draait, wat is dit?” Ik val op mijn bed, ik word misselijk, en zodra ik een oog opendoe draait de hele wereld. “Gaat het wel hoor ik? 112 bellen?” Nou nee, het gaat niet maar hoofdpijn heb ik niet. We kijken het aan. Twee uur later gaat het ietsje beter, na drie uur kan ik overeind komen. 

Huisartsenpost

“Hallo huisartsenpost, wat moeten we hiermee?” Even later sta ik, gezien mijn achtergrond, bij de huisartsenpost. Ze vraagt wat er gebeurd is en ik geef aan dat alles draaide. Ze meet de bloeddruk en doet onder andere die vreselijke neurologische test met dat bewegende vingertje van de arts dat je moet volgen met je ogen. Dat gaat van links naar rechts. ‘Ik kan daar niet goed tegen’ hoor ik mezelf zeggen. Gelukkig past ze hem een beetje aan. De beweging laat ze grotendeels achterwege. Na overleg met de specialisten ga ik door naar de spoedeisende hulp. In de wachtkamer aldaar staat de muziek vrij hard aan. Ik zucht. “Mevrouw” klinkt het en voordat ik het weet lig ik op een kamer in het felle licht met stickertjes op mijn borst. Even later komt de neuroloog, zit ik in een rolstoel op weg naar de ct scan. 

“Ik kom ook nog even testjes bij je doen” zegt ze, en ja hoor weer dat vingertje. Opnieuw geef ik aan hoeveel last ik van korte bewegingen heb. Zoals altijd komen de gevolgen. Ze dempt het licht voor mij. Ze test uitvoerig. Met moeite blijf ik een soort van wakker. De neuroloog kijkt mijn man aan: “Is ze altijd zo ontzettend moe in de avond, praat ze dan ook zo anders?” Ja, dat zijn de gevolgen van de eerdere hersenbloeding”, zegt mijn man, “nu is het wel extremer.”

De scans en testjes laten gelukkig niets afwijkends zien. “U kunt gerustgesteld zijn en mag naar huis.” 

Overprikkeld

Een paar dagen later zie ik mijn huisarts. Misschien is het toch je evenwicht zegt ze, dat suggereren ze. Ik kijk haar aan en zeg, weet je wat ik eigenlijk denk? Ik denk dat ik gewoon van de autoreis extreem overprikkeld was.  

Ze kijkt me aan en knikt bevestigend. 

En mijn man, die besluit acuut dat we de volgende keer maximaal 200 km gaan rijden met de auto.


Tijdens haar werk kreeg Susan een hersenbloeding (een SAB NNO). Na een aantal dagen ziekenhuis dacht ze wel weer beter te zijn, maar niets bleek minder waar. Een revalidatietraject volgde. Inmiddels werkt Susan helemaal niet meer. Ze heeft veel last van vermoeidheid, prikkels etc. Toch blijft Susan in mogelijkheden denken en probeert er het beste van te maken! Susan: “Dat levert soms verrassende dingen op.” Naast blogs voor de Hersenstichting schrijft/interviewt Susan voor de NAHerstel Academie.

Lees hier de vorige blog van Susan