Een rib uit m’n lijf
20 december, 2024
Maandag 19 juli 2021
Drie keer een zware psychose maakte hij mee en net zo veel gedwongen opnames. Hij zat in de isoleercel en had jarenlang een Wajong-uitkering omdat hij volledig was afgekeurd. Nu is Lex Roes 43 jaar, gepromoveerd in vraagstukken rondom milieuproblematiek en duurzaamheid en werkt hij voor een milieu-adviesbureau in Amsterdam. Hij zit in de commissie Bedrijvigheid van de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch en doet nog een klus als ZZP’er. ‘Ik functioneer dus weer op mijn oude niveau, maar dat is eigenlijk vreemd. Maar in mijn geval is de psychiatrie geen eindstation gebleken.’
Dit is een artikel uit Vouwblad GEK GENOEG ANOIKSIS; Een unieke uitgave over psychotische kwetsbaarheid anno nu.
Mijn eerste psychose begon in februari 1996. Ik was toen student aan de faculteit Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam. Veel studenten drinken in hun studententijd bier, maar ik rookte jointjes. Bijna elke dag, behalve in examentijd. Doordat ik het jaar daarvoor een propedeuse medische biologie had gehaald, had ik in mijn eerste jaar geneeskunde vrijstelling voor twee vakken en had ik vier maanden vrij. Ik ben toen avocado’s gaan plukken op een plantage in Israël. Een goede vriend was daar vrijwilliger en had mij uitgenodigd. Ook in Israël konden we aan cannabis komen via de Arabieren uit een naburig stadje. Cannabis veroorzaakt hallucinaties, maar als het goed is verdwijnen die weer als het jointje is uitgewerkt. Aan het eind van mijn verblijf in Israël kreeg ik echter denkbeelden die niet meer verdwenen. Ik kreeg allerlei politieke complotgedachten en dacht dat ik door engelen werd aangesproken. Ik zag kleuren en figuren in de sterrenhemel en dacht dat mijn collega’s op de plantage tovenaars waren. Het was alsof de wereld om mij heen langzaam aan het veranderen was en ik vond het fascinerend! Ik begon hierover met mijn medevrijwilligers te praten en zij konden mij niet meer volgen.
Terug in Amsterdam raakte ik steeds verder verdwaald in mijn hallucinaties. Maar nu werd ik ook paranoïde. Ik zag geheime boodschappen in reclameborden die ik niet begreep. Ik werd gezocht! De maffia had het op mij gemunt! Ik moest het land uit! Ze wilden mijn vriendin ontvoeren!
Door mijn verwardheid kon ik niet meer studeren. Ik kreeg opdrachten in mijn hoofd. Ik moest vanuit mijn kamer (vierhoog) naar beneden springen als ik wilde ontkomen aan een marteldood. Ondertussen waren vrienden en familie ongerust geraakt en begonnen op mij in te praten dat ik mij medisch moest laten behandelen. Maar ik zag de oorzaak niet in mijzelf! Ik werd bedreigd en iedereen zat in het complot. Men zweerde tegen mij samen. Mijn tijd in Amsterdam eindigde hier.
Mensen met een psychose zien overal aanwijzingen dat anderen hen kwaad willen doen. Ze weten zeker dat ze gevaar lopen, terwijl dat niet zo is. Zulke extreme achterdocht maakt bang en gestrest. De achterdocht zorgt er voor dat mensen zich terugtrekken uit het gewone dagelijkse leven. Wim Veling (UMCG) doet onderzoek naar een VR-behandeling voor mensen met extreme achterdocht door een psychose.
Omdat ik niet meer kon studeren, heb ik mijn kamer toen doorverhuurd aan een vriend en ben weer bij mijn ouders gaan wonen in Vught. Mijn toestand verslechterde, hoewel ik zelf niet van hulp wilde weten en op reis was in de droom-/nachtmerrietoestand in mijn hoofd. Ik had toen op de een of andere manier nog best een goede tijd. Ik was veel buiten, ook ’s nachts. Ik wilde terug naar de natuur! De hemel was buiten! Ik reisde door de tijd. Opeens was ik in de middeleeuwen. Soms waren de ervaringen uit de hemel, soms waren de ervaringen uit de hel. Maar het contact met de realiteit was ik helemaal kwijt. Uiteindelijk leidde dit tot een conflict thuis met mijn ouders waardoor ik (was ik het zelf?) boos werd en dermate heftige vernielingen begon aan te richten in huis dat mijn ouders de crisisdienst hebben gebeld. Ik voldeed nu aan het criterium van gevaar, waardoor een gedwongen opname mogelijk was. Ik werd per
ambulance afgevoerd naar een ziekenhuis. Daar kreeg ik een medicijn. Dat sloeg heel goed aan en ik ontwaakte uit mijn psychose. Ik werd letterlijk wakker.
Wat had ik allemaal gedroomd? Wat was er gebeurd! Ik schrok van mijn situatie en schaamde me kapot. Medicijnen blijven nemen en niet meer blowen was de conclusie die ik trok. En ik wilde weer verder met studeren. Geen geneeskunde meer. Toen ik nog gezond was, had ik te weinig plezier in het lezen van de stof. Ik had iemand gesproken die milieukunde studeerde aan de HAS in ’s-Hertogenbosch en REFLECTIE ik was enthousiast geraakt.
Milieuproblematiek was de uitdaging van de toekomst! Aan de Universiteit Utrecht bestond de opleiding Milieuwetenschappen als tweejarige opleiding met twee jaar relevante vooropleiding. Biologie was een relevante vooropleiding en ik had al heel veel biologievakken gehaald tijdens mijn propedeuse medische biologie. Ik ging dus terug naar Amsterdam en ging biologie studeren.
Het medicijn maakte mij heel slaperig. Mijn ogen vielen dicht tijdens de colleges in de ochtend. Lezen ging nog wel en de wiskunde snapte ik ook nog goed. Ik haalde mijn eerste tentamen. Maar dat medicijn? Die blokkeerde mij… die nam ik dus niet meer altijd in en op een gegeven moment helemaal niet meer.
Ik kreeg nieuwe vrienden bij de opleiding en daarmee ging ik in het weekend een avondje uit. Die avond was er weer een joint en de verleiding was sterker dan het verstand… Daar stond ik, midden in de disco, voor de hemelpoort. Het laatste oordeel was namelijk zojuist begonnen en we zouden nu zo met alle studenten uit de disco voor het hemelse tribunaal verschijnen.
Donkergrijze cellen is een 6-delige podcastserie van de Hersenstichting over angsten en depressie. Annemiek Lely gaat als trotse ambassadeur van de Hersenstichting in de afleveringen in gesprek met gasten die meer kunnen vertellen over angsten en depressies. Hoe dat bijvoorbeeld voelt, of hoe de processen in je brein precies werken.
Beluister de podcast op ons podcastkanaal Hoofdzaken, via je favoriete podcast-app! Spotify, Apple Podcasts of Google podcasts.
Dit was het begin van een nieuw jaar van reizen in psychose, vergelijkbaar met de eerste episode. En ook dit eindigde in een conflict thuis, de tussenkomst van de rechter en een opname met een IBS. En weer medicijnen nemen, ontwaken, stoppen met blowen en terug naar de studie. Wel weer een jaar verder, dus weer een nieuw jaar met nieuwe mensen. Het was wel een opgave om met al die psychotische ervaringen en ziekenhuisopnames ‘gezellig mee te doen’. Mijn belevingswereld was wel wat anders geworden dan van al die steeds jonger wordende medestudenten. Toch ging het meer dan een jaar goed. Ik had nu twee jaar biologie afgerond. Inmiddels was ik in ’s-Hertogenbosch vrijwilliger geworden bij een concertzaal.
En dat medicijn, daar voelde ik me toch echt heel erg door geremd. Die nam ik dus al een tijdje niet meer. Veel collega-vrijwilligers bij de concertzaal rookten ook jointjes en als je daar dan een aantal maanden in meedraait, word je er langzaam weer onderdeel van. Ook toen heb ik ergens midden in de nacht bij een vrijwilliger thuis in een onbewaakt ogenblik een trekje genomen. Er verschenen allemaal overleden mensen die uit hun graf waren opgestaan. Sowieso was nu ook de tijd omgedraaid en in plaats van naar de toekomst gingen we naar het verleden. Mijn collega-vrijwilliger was eigenlijk iemand uit een vorig leven die door mijn voorouders naar mij gezonden was. ‘Lex! Wat zit je wazig te kijken!’ was zijn reactie. Enfin, dit duurde ook weer een jaar en toen zat ik na tussenkomst van een rechter weer op de gesloten afdeling.
Na behandeling met medicijnen ontwaakte ik voor de derde keer uit een psychose en toen heb ik toch maar eens bij de psychiater aangekaart of mijn medicijn wel het juiste medicijn voor mij was. Dit liet ik, na aanvankelijk gemotiveerd te zijn, toch steeds staan omdat ik het teveel mijn geest en gedachten vond remmen. De psychiater gaf me hierin gelijk en schreef toen een ander medicijn voor, wel met de kanttekening dat een gewichtstoename van 15-20kg vaak voorkwam bij dit medicijn. Maar het medicijn sloeg goed aan! Ik had geen last van vervelende bijwerkingen en ben heel bewust op mijn eten gaan letten. Geen ongezonde dingen, geen suiker meer in de koffie en veel wandelingen maken. Ik ben nooit aangekomen en slik de medicijnen inmiddels zo’n 18 jaar. In die tijd ben ik gestopt met roken (in 2001 om precies te zijn). Daardoor kon ik ook weer gaan sporten en heb ik een goede conditie gekregen. Ik heb al verschillende malen de Dam-tot-Damloop (hard)gelopen (16,1 km). Doordat ik niet meer rookte en ik daar ook echt nooit meer mee wil beginnen, was de stap naar een trekje van een joint ook groot geworden en heb ik dit sinds die tijd ook nooit meer gedaan.
In september 2001 begon ik aan de studie Milieuwetenschappen in Utrecht. In 2004 studeerde ik af, na stage te hebben gelopen aan de universiteit. Mijn motivatie werd opgemerkt evenals mijn goede functioneren. Ik kreeg een aanbod om aan de universiteit een promotieonderzoek te doen. Dit aanbod heb ik aangenomen en nadat ik een half jaar (betaald) werkzaam was aan de universiteit is mijn Wajong-uitkering (waar ik mijn studie en levensonderhoud van betaald had) stopgezet en ben ik volledig goedgekeurd. In 2011 ben ik gepromoveerd op het bepalen van milieu-impacts van materialen, producten, processen en innovatieve technologieën. Ik heb nog een tijdje als postdoc gewerkt en werk nu bij een milieu-adviesbureau in Amsterdam.
Ten tijde van mijn ziek zijn, had ik de diagnose ‘schizofrenie’ gekregen. Ik denk niet dat ik dat heb, hoewel ik verschillende malen een zware psychose heb gehad. In dat opzicht vind ik de term ‘psychosegevoelig’ beter. Het is wel absurd hoe goed ik hersteld ben van de psychoses. Ik gun dat iedereen die met psychosegevoeligheid te maken heeft of heeft gehad. Ik zie bij veel lotgenoten dat dat niet het geval is. Ik ben echter het levende bewijs dat het kan.
Het verhaal van Lex is afkomstig uit het vouwblad: GEK GENOEG ANOIKSIS. Dit is een informatieve en krachtige krant met kritische noten. Het blad geeft een relaas van moedige, kwetsbare en eerlijke verhalen. Je leest verhalen van ervaringsdeskundigen en (in het vakgebied gerenommeerde) deskundigen. Het is typisch een blad van nu. Het bespreekt veranderingen in de hulpverlening en emancipatie van de rol van de patiënt.