En nu?

Ik wist dat ik iets moest gaan doen wat me een beetje voldoening zou geven. Ik was door een heel proces gegaan na mijn hersenbloeding. Eerst het ongeloof van ‘is dit mij echt overkomen’. Daarna het loslaten van mijn werk en een stuk van mijn identiteit. Vanuit Susan 2.0 keek ik nu om me heen. Wat zou ik kunnen doen wat voldoening zou geven? Ik was kortgeleden getest. Ik wist nog net zoveel als voor het hersenletsel, oftewel een prima IQ. Alleen die onzichtbare gevolgen, die maakten bijna alles onmogelijk.

Knutselen, of toch niet?

Ik had al gemerkt dat knutselen niet werkt voor mij. Dat is visueel veel te druk, te veel gepriegel en vraagt te veel concentratie. En een schilderij maken en ophangen is leuk, twee misschien ook, maar heel je huis? Bovendien heb ik niet echt talent. Ik bouw bijvoorbeeld een huisje, daar doe ik maanden over. Elke keer plakken mijn vingers vast, vallen er lijmklodders of scheurt het papier/breekt het hout. Na 10 minuten was ik elke keer bekaf. Nee, dat is het echt niet voor mij. Ik voel wel veel bewondering voor mensen die dat wel goed kunnen!

Discussiegroepje

Ik las wat door appgroepjes die nog op mijn telefoon stonden. Zou mijn mening geven iets zijn, zo nu en dan, op deze discussiegroepjes? Ik probeerde het een enkele keer. Mijn eerste appje was meestal goed, maar met de reacties, het scrollen, en de emoties kon ik helemaal niets. Dat gaat niet meer. Dus ook dit streepte ik weg.

Vrijwilliger

Een beetje gefrustreerd besloot ik een wandelingetje te maken naar het kleine centrum van ons dorp. Daar stond een mooi versierd kraampje. Er lagen folders uitgespreid. Een vrouw sprak mij vrolijk aan: “We zoeken vrijwilligers, om mensen met een lichamelijke beperking af en toe te bezoeken. Heb je interesse. Het is zo waardevol. We hebben zo’n tekort” De mevrouw vervolgde enthousiast: “Het kan ook een keer in de maand ofzo”.

Ik dacht na of het iets voor mij was. Zou een keer in de maand een uurtje koffie drinken te doen zijn? Een wandelingetje? Enthousiast vertelde ze me hoe het werkte. Ze was erg belangstellend naar mij toe. Wie was ik dan en wat was mijn achtergrond? Ik begon aan de vrijwilliger te vertellen dat ik op zoek was naar iets kleins om iets te kunnen bij dragen. “Ik heb een hersenbloeding (SAB) gehad en ik zoek iets om te doen.”, zei ik. “Dit zou misschien kunnen passen”. Het was even stil. Ze keek me nog eens aan, en nog eens. “Weet je”, zei ze, “wij zijn er alleen voor mensen met een lichamelijk beperking. Wij doen niets met dementerende mensen”. Ze draaide zich om en richtte zich tot de volgende persoon. Ik kreeg geen contact meer met haar.

En nu … ben ik Flabbergasted

Flabbergasted liep ik terug naar huis. Goh, dacht ik, ongelooflijk. Ze snapt het niet. Hersenletsel betekent niet dat je ze niet allemaal meer op een rijtje hebt. Thuisgekomen voelde ik de frustratie. 

Ik pakte een papiertje en schreef mijn eerste blog.


Tijdens haar werk kreeg Susan een hersenbloeding (een SAB NNO). Na een aantal dagen ziekenhuis dacht ze wel weer beter te zijn, maar niets bleek minder waar. Een revalidatietraject volgde. Inmiddels werkt Susan helemaal niet meer. Ze heeft veel last van vermoeidheid, prikkels etc. Toch blijft Susan in mogelijkheden denken en probeert er het beste van te maken! Susan: “Dat levert soms verrassende dingen op.” Naast blogs voor de Hersenstichting schrijft/interviewt Susan voor de NAHerstel Academie.

Lees hier de vorige blog van Susan