Een rib uit m’n lijf
20 december, 2024
Vrijdag 07 april 2023
Eigenlijk wil ik helemaal niet zeuren. Niet klagen. Niet zeggen dat ik zo moe ben. Want ik weet wat het antwoord is. “Ja, maar doe je ook niet een beetje teveel?” En als dat antwoord komt, weet ik ook heel goed dat ik het niet kan ontkennen. Want ik doe ook veel teveel, en ik leg de lat veel te hoog. En ik weet dat ik mezelf behoorlijk overschat. Alleen: ik heb niet het gevoel dat ik dat allemaal doe. Sterker nog, ik heb juist het gevoel dat ik veel te soft ben voor mezelf. Dat ik vast meer zou kunnen als ik wat beter mijn best deed. En op goede dagen lijkt dat soms zowaar nog te lukken ook. Totdat ergens, vanuit het niets, de man met de hamer komt. Weg zijn alle positieve gevoelens omdat ik zo lekker wat dingen heb kunnen doen en afronden.
Op goede dagen heb ik nogal eens de neiging om enthousiast te worden over iets leuks, om een nieuw project te starten. En te vergeten dat er nog andere projecten lagen waar ik ook enthousiast aan begonnen was. Maar die nog niet af zijn. Niet omdat ik ze niet meer interessant zou vinden, maar omdat ik daarna te maken kreeg met slechte dagen, weken soms. En als er daarna dan weer een goede dag, dagen of zelfs weken kwamen, beloonde ik mezelf voor het doorstaan van de slechte weken door iets leuks te doen. En nog iets leuks, en misschien nog wel iets.
Als ik dan op een slechte dag op mijn atelier kom en het stapeltje niet-afgemaakte karweitjes zie, dan draai ik me het liefst maar zo snel mogelijk om. Waarna het vaste ritueel zich herhaalt dat ik mezelf bestraffend toespreek. “Je maakt te weinig af, begin dan ook niet elke keer wat anders, houd je focus nou eens een keer ergens bij”. Enfin, de rij beschuldigingen is eindeloos. En u raadt het al: ook dat is niet echt bevorderlijk voor mijn gevoel van welbevinden. Wat dan wel?
Het is natuurlijk niet altijd mineur, gelukkig niet! In de natuur zijn, contact maken met onze dieren, met beperkt volume rustige klassieke muziek luisteren, een handwerk (jaja, van de stapel niet-afgemaakt!) zijn meestal wel succesvol om in elk geval tijdelijk even wat rust in de chaos in mijn hoofd te brengen. De angst te onderdrukken dat ik niet normaal ben, chaotisch en impulsief.
Het blijft lastig uit te leggen, zowel aan mezelf als aan anderen. Dat je helemaal niets aan mij ziet, maar dat een heel team vakkundige specialisten toch bij herhaling heeft geconstateerd dat er achter die ongeschonden façade wel degelijk genoeg schade is ontstaan om dit allemaal te verklaren. Soms denk ik wel eens dat ik het vooral niet aan mezelf krijg uitgelegd. Dat ik het aan de ene kant wel begrijp, maar dat ik het nog steeds niet geloof. Ook al is het ongeluk in kwestie al 14 jaar geleden gebeurd. Maar eerst ga je gewoon weer proberen om verder te gaan waar je gebleven was. Het hele diagnostische traject plus de behandelingen komen pas later. En aanvaarden dat dit het dan is, komt nog weer later.
Misschien is het wel een heel goed idee om als nieuw project, te leren geduld met mezelf te hebben en iets meer mededogen. Want als ik dan uiteindelijk zeg: “ik ben zo ontzettend moe, ik kan niet meer”, hoor ik ook vaak dat mijn omgeving dat al lang had gezien en dat ze dat begrijpen en me willen helpen. Mij ervoor waarschuwen schijnt niet te helpen, en daarom laten ze mij denk ik mijn eigen fouten maken, keer op keer, telkens dezelfde. In de hoop dat ik het ooit ga leren.
Eerder schreef ik al dat ik rotsvast geloof in een leven lang leren. Dat is nog steeds zo. Maar dit stukje hoop ik toch maar snel onder de knie te hebben. Zodat ik er geen heel leven over hoef te doen…
Jankees heeft door een val op het ijs in 2009 hersenletsel opgelopen. Hij kan helaas niet meer werken en ging na zijn revalidatie op zoek naar een andere zingeving dan een betaalde baan. Doordat hij niet goed kan kiezen, doet hij snel teveel. Hij wil leren wat zijn grenzen hierin zijn!