Wat is een beroerte?

Een beroerte (cerebrovasculair accident) is letterlijk een ‘ongeluk van de bloedvaten in de hersenen’. Bij zo’n ongeluk gaat er iets mis met de bloedvoorziening naar je hersenen. Een beroerte is een hersenaandoening die enorme gevolgen kan hebben voor jou als patiënt en voor je familie. Vaak is er blijvende schade en heb je als patiënt hulp nodig van anderen.

Beroerte is de verzamelnaam voor een herseninfarct en een hersenbloeding. Een herseninfarct komt vier keer vaker voor dan een hersenbloeding.

Herseninfarct

Bij een herseninfarct is er iets mis met de bloedtoevoer naar de hersenen. Een heel systeem van (kleine) slagaders zorgt ervoor dat zuurstofrijk bloed in alle delen van de hersenen komt. Bij een herseninfarct raakt zo’n slagader in de hersenen vernauwd of verstopt. Het hersengebied dat achter de verstopping ligt krijgt zo niet voldoende zuurstof. Als dit zuurstoftekort te lang duurt, sterft er hersenweefsel af. Daarom is het belangrijk dat er snel iets gebeurt.

Hersenbloeding

Bij een hersenbloeding scheurt er een bloedvat. Hierdoor kan er bloed in en rondom de hersenen stromen. Het bloed drukt een deel van het hersenweefsel weg. Dit raakt hierdoor beschadigd.

Een TIA als waarschuwing

Bij een TIA (Transient Ischaemic Attack) kunnen dezelfde kenmerken optreden als bij een herseninfarct, maar deze klachten herstellen weer volledig.

Als je een TIA hebt, komt er tijdelijk minder bloed via de slagaderen in de hersenen. Dit duurt meestal korter dan 30 minuten, maar kan ook wel 24 uur duren. Als iemand een TIA krijgt, is dat een belangrijke waarschuwing voor een herseninfarct op korte termijn. Zoek daarom zo snel mogelijk medische hulp, bijvoorbeeld bij de huisarts. Als deze vermoedt dat je een TIA hebt, word je binnen één werkdag onderzocht door een speciale arts in het ziekenhuis: een neuroloog.

Subarachnoïdale bloeding

Bij een subarachnoïdale bloeding (SAB) is er een bloeding in de ruimte tussen je hersenen en je schedel. Je krijgt dan ineens hele heftige opvallende hoofdpijn. Volgens veel patiënten voelt dat ‘alsof de bliksem inslaat’. Als je denkt dat jij of iemand anders een SAB heeft, moet je direct alarmnummer 112 bellen.

Een subarachnoïdale bloeding ontstaat vaak uit een aneurysma, een zwakke plek in een slagader in de hersenen dat kan uitgroeien tot een uitstulping. Aneurysma’s hebben een dunne wand in het bloedvat en daardoor een grotere kans om te barsten.

Please accept statistics, marketing cookies to watch this video.

Ponsberoerte

Bij een ponsberoerte is er een bloeding of infarct in de pons, een klein gedeelte van de hersenstam. De pons zorgt ervoor dat verschillende delen van de hersenen boodschappen naar elkaar kunnen sturen. Een ponsberoerte kan dan ook voor allerlei verschillende klachten zorgen. Zoals problemen met ademhalen, slapen, zien, horen, proeven en je evenwicht.

Hersenstamberoerte

Een hersenstamberoerte is een bloeding of infarct in de hersenstam. Dit is het onderste deel van de hersenen, dat aansluit op je ruggenmerg. De hersenstam regelt belangrijke functies van het lichaam, zoals ademhalen, evenwicht, bewustzijn en het bewegen van je ogen en gezicht. Je klachten tijdens en na een hersenstamberoerte hebben ook met deze functies te maken.

Sinustrombose

Bij een sinustrombose is er sprake van een afsluiting van een ader (‘sinus’) in de hersenen. De klachten kunnen lijken op die van een beroerte. Vaak is hoofdpijn de meest voorkomende klacht. Mensen met een sinustrombose kunnen ook een epileptische aanval krijgen. Deze vorm komt vooral voor bij jonge mensen. Het gebruik van de anticonceptiepil kan zorgen voor een licht verhoogde kans op een sinustrombose. Na een sinustrombose moet je meestal enkele maanden speciale medicijnen (bloedverdunners) gebruiken.

Waarschuwing

Als je een beroerte bij iemand herkent, zorg dan dat deze persoon zo snel mogelijk in het ziekenhuis komt. Bij een beroerte telt vaak elke seconde, bel daarom alarmnummer 112.

Wanneer je zelf kenmerken van een beroerte krijgt, bel dan zelf direct alarmnummer 112. Het is namelijk belangrijk dat je zo snel mogelijk met deze klachten in het ziekenhuis wordt geholpen. Artsen kunnen proberen de bloeding in de hersenen te stoppen of een verstopping van een bloedvat te repareren.

Herkennen van een beroerte

Het is belangrijk om een beroerte te herkennen en zo snel mogelijk hulp te zoeken. Artsen kunnen dan zo snel mogelijk met een behandeling starten.

Om een beroerte snel en goed te herkennen is er een ezelsbruggetje: mond-spraak-arm, beroerte-alarm. Je kunt een beroerte namelijk zo herkennen:

  1. Vraag iemand om te lachen of de tanden te laten zien en kijk dan of de mond scheef hangt (Mond).
  2. Laat iemand een paar zinnen zeggen en luister dan of zijn spraak in de war is of dat het niet goed verstaanbaar is (Spraak).
  3. Laat iemand beide armen naar voren strekken en de binnenkant van de handen naar boven draaien. Kijk of een arm wegzakt naar beneden (Arm).

Niet iedereen heeft last van deze drie kenmerken. Let daarom ook goed op de onderstaande kenmerken van een beroerte en bel bij twijfel altijd 112 of de spoedlijn van de huisarts.

Kenmerken van een beroerte

Kenmerken van een beroerte ontstaan bijna altijd plotseling. De meest voorkomende kenmerken van een beroerte zijn:

  • Je hebt een scheve mond door (halfzijdige) verlamming in je gezicht
  • Je spreekt en denkt warrig
  • Je hebt plotselinge zwakte of verlamming in een arm of been

Andere kenmerken kunnen zijn:

  • Je hebt plotseling opvallende hevige hoofdpijn en bent misselijk
  • Je hebt plotseling tintelingen of gevoelloosheid in delen van je lichaam
  • Je bent plotseling erg draaiduizelig
  • Je weet plotseling niet waar je bent of verward
  • Je hebt problemen met slikken
  • Je hebt plotseling problemen met je coördinatie of evenwicht waardoor je kan vallen
  • Je ziet opeens niet goed meer (dubbelzien, wazig zien, blindheid)
  • Je kunt plotseling niet meer praten of begrijpt niet goed wat anderen zeggen

Diagnose van een beroerte

Met bovenstaande klachten kom je vaak eerst bij de spoedeisende hulp of de huisarts. De (huis)arts onderzoekt of je kenmerken hebt van een beroerte. De huisarts kan je dan doorsturen naar het ziekenhuis.

De arts in het ziekenhuis kan aan de buitenkant niet zien of je een herseninfarct of een hersenbloeding hebt. De klachten kunnen in beide gevallen namelijk hetzelfde zijn. Daarom wordt er zo snel mogelijk een foto, een CT-scan (Computer Tomografie) of MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging) gemaakt van je hersenen. Op een scan kan de arts wel zien of je een herseninfarct of een hersenbloeding hebt. Zo kan deze direct besluiten welke behandeling je nodig hebt. Ook onderzoekt de arts je bloed wordt en wordt er een hartfilmpje gemaakt.

Bij een TIA of een klein herseninfarct wordt soms een Duplex onderzoek gedaan. Dit is een geluidsonderzoek van de bloedvaten in de hals en in de nek. Hiermee kan een arts zien of een slagader vernauwd of afgesloten is.

Cijfers

In 2021 waren er bij de huisarts in totaal ongeveer 372.000 mensen bekend met een beroerte (=CVA, dus bloeding of infarct).

40.200

mensen kregen in 2021 in Nederland, volgens de huisartsenregistratie, een beroerte.

25%

van de mensen is jonger dan 65 jaar

8.965

mensen overleden in 2021 aan een beroerte.

Oorzaken van een beroerte

Bijna driekwart van de mensen die een beroerte krijgt, is ouder dan 65 jaar.

De oorzaak van een beroerte is meestal een slechte kwaliteit van de binnenwand van de bloedvaten. In de loop van de jaren raakt de binnenwand van de bloedvaten langzaam beschadigd. Hierdoor wordt de wand dikker en kan er op die plek minder bloed doorheen. Dit proces van slijtage heet slagaderverkalking (‘atherosclerose’). Door ouderdom kunnen bloedvaten verkalken.

Als de slagaderen verkalken, hopen er stoffen zoals cholesterol zich op in de wand van het bloedvat. De slagader raakt hierdoor langzaam verstopt en het bloed kan er op deze plek minder goed doorheen stromen.

Ook een ongezonde levensstijl, zoals roken, kan zorgen voor verkalking en slijtage van de bloedvaten.

Als je slagaderen verkalken, verzamelen vetachtige stoffen (zoals cholesterol) zich in de wand van het bloedvat. Hierdoor raakt de slagader langzaam verstopt.

Door slijtage raakt de wand beschadigd. Een bloedpropje (bloedstolsel) kan daar makkelijk aan vast blijven plakken. Hierdoor wordt het bloedvat afgesloten.

Ook kan een stukje van dit bloedstolsel losraken en een kleinere slagader verderop in de hersenen blokkeren. Dit heet een embolie. Dit kan ook gebeuren als je suikerziekte hebt, een te hoge bloeddruk of een te hoog cholesterolgehalte.

Bij een deel van deze mensen komt het stolsel uit het hart. Deze mensen hebben vaak een onregelmatig hartritme. Dit onregelmatige hartritme heet ook wel boezemfibrilleren.

Een hoge bloeddruk, een aneurysma en een te hoog cholesterolgehalte zijn zowel oorzaken voor een herseninfarct als een hersenbloeding.

In sommige families komen hart- en vaatziekten vaker voor dan in andere families.

Danny stond heel energiek en positief in het leven. Tot hij een paar jaar geleden een beroerte kreeg, zomaar op vakantie in het zwembad. Sindsdien is hij een andere man en voert hij elke dag een gevecht met zichzelf. Hij is overgevoelig voor prikkels en vaak somber. Licht, geluiden, geuren, alles is hem te veel. Een verhaal over leven en óverleven.

Behandeling van een beroerte

Bij een herseninfarct kan je in bepaalde gevallen binnen enkele uren na de eerste kenmerken een medicijn krijgen dat je bloed verdunt. Dit lost het bloedstolsel op. Deze behandeling heet trombolyse. Soms kan er vlak na een herseninfarct een katheter via een bloedvat in de lies worden ingebracht. Langs deze weg kan een arts het stolsel proberen te verwijderen. Hoe eerder zo’n behandeling kan starten, hoe groter de kans op een goed herstel is. Na een herseninfarct zul je levenslang medicijnen moeten blijven gebruiken.

Bij een hersenbloeding kunnen medicijnen helpen om de bloedstolling te verbeteren. Bij sommige patiënten stopt de bloeding niet vanzelf. In bepaalde gevallen kan er een operatie nodig zijn om de bloeding te verwijderen. Hierdoor wordt de druk in de hersenen kleiner.

Na een TIA zul je levenslang medicijnen moeten gebruiken die de bloedstolling beïnvloeden en het cholesterol verlagen. Het is van groot belang om de bloeddruk in de gaten te houden en wanneer deze te hoog is, kan het zijn dat je hier medicijnen voor moet gaan gebruiken.

Verder is het belangrijk om bij een beroerte en na een TIA  te stoppen met roken, goed op je gewicht te letten en veel te bewegen.

Als de neuroloog vermoedt dat er een stolsel uit het hart kan zijn gekomen, moet je ook onderzocht worden door een cardioloog. Als je een onregelmatig hartritme hebt, krijg je vaak speciale medicijnen (bloedverdunners).

Revalidatie

Het is belangrijk dat je snel probeert beter te worden. Je krijgt daarom revalidatietherapie. Het kan zijn dat je last houdt van bepaalde klachten. Samen met de revalidatiearts ga je op zoek naar mogelijkheden om hiermee om te leren gaan. Heb je extra hulp nodig, dan stuurt de revalidatiearts je meestal door.

Een fysiotherapeut kan je bijvoorbeeld helpen om (beter) te bewegen. Een ergotherapeut helpt je om dagelijkse dingen langer zelf te kunnen doen. En bij problemen met praten en slikken kan een logopedist helpen.

Latere klachten

Soms krijg je pas later klachten. Bijvoorbeeld wanneer er thuis of op het werk weer dingen van je worden verwacht. Denk daarbij aan gevolgen als vermoeidheid, moeite met plannen, overprikkeling of geheugenproblemen. Deze klachten zijn voor de buitenwereld onzichtbaar, maar ze kunnen je dagelijks leven flink beïnvloeden. Vraag dan hulp bij het omgaan met hersenschade: dit heet neuropsychologische (cognitieve) revalidatie.

Als je na een beroerte niet meer bent wie je was – lichamelijk en/of mentaal – kan dat veel invloed hebben op je relaties en zorgen voor spanningen in je omgeving. Voor je partner en familie kan het uiteindelijk ook erg moeilijk zijn om met de gevolgen om te gaan. Zowel patiënten als naasten kunnen zich aanmelden bij een patiëntenvereniging voor lotgenotencontact. Hier kun je terecht voor meer hulp en steun.

Onderzoeken naar beroerte

Een beroerte is een hersenaandoening die enorme gevolgen kan hebben voor de patiënt en familie. Vaak is er blijvende schade en heb je als patiënt hulp nodig van anderen. Daarom steunt de Hersenstichting verschillende projecten om beroertes te voorkomen en om klachten van patiënten te verminderen.

Gevolgen van een beroerte

Een beroerte kan veel verschillende gevolgen hebben. Welke gevolgen je hebt en hoeveel last je ervan hebt, verschilt van persoon tot persoon. Ook hangen de gevolgen af van de plaats van de beschadiging in de hersenen. Enkele voorbeelden van gevolgen zijn:

Vooruitzichten met een beroerte

Beter worden begint al in het ziekenhuis

Met het beter worden (revalideren) moet je zo snel mogelijk beginnen. Vaak begint dit al in het ziekenhuis. Want vooral in de eerste weken is de kans op beter worden het grootst. Hoe goed je geneest, is per persoon verschillend. Bijvoorbeeld door hoe lang het heeft geduurd voordat je bent behandeld.

Na een revalidatie van een half jaar kan bijna de helft van de mensen weer voor zichzelf zorgen. Hierna zal het steeds lastiger zijn om te verbeteren. Het is daarom belangrijk dat je weer zoveel mogelijk je eigen bezigheden oppakt. Soms blijf je last houden van een bepaald probleem. Dan kan de revalidatiearts samen met jou op zoek naar mogelijkheden om daarmee om te leren gaan.

Leven met de gevolgen van een beroerte

Tegenwoordig overleeft drie van de vier mensen een beroerte. Zij houden er vaak blijvende gevolgen aan over. Veel mensen met een beroerte kunnen niet meer helemaal voor zichzelf zorgen.

Zo kun je bijvoorbeeld nog steeds moeite hebben met jezelf aan- en uitkleden. Omdat je de volgorde niet meer weet. Of omdat je een verlamming hebt aan één kant van je lichaam.

Door geheugenproblemen kan je soms moeite hebben met het onthouden wanneer je je medicijnen in moet nemen. Dan kun je daar ook niet meer zelf verantwoordelijk voor zijn. Je hebt er hulp bij nodig.

Hierdoor komt ook veel zorg neer op de schouders van je naasten. Een beroerte heeft dus ook een grote invloed op de omgeving van iemand met een beroerte.

Brochure | Leven na een beroerte

Jaarlijks krijgen zo’n 40.000 Nederlanders een beroerte. Dat zijn 110 mensen per dag! Een beroerte kan zowel een herseninfarct als een hersenbloeding zijn. In beide gevallen gaat er iets mis met de bloedtoevoer naar je…

Advies voor mensen met een beroerte

  1. Neem je voorgeschreven medicijnen om een herhaling te voorkomen.
  2. Zorg voor regelmatige beweging, bouw het langzaam op.
  3. Laat in overleg met je huisarts regelmatig je bloeddruk en je cholesterolgehalte controleren.
  4. Zorg ervoor dat je goed slaapt.
  5. Leg aan anderen uit waar je last van hebt en hoe ze je kunnen helpen.
  6. Stop met roken, hoe moeilijk het ook is.
  7. Gebruik geen drugs en drink geen alcohol.
  8. Eet gezond en voorkom overgewicht.
  9. Neem de tijd en rust om beter te worden, voorkom dat je jezelf overbelast.
  10. Zoek een zinvolle tijdsbesteding en ga uit van je eigen kracht (positieve gezondheid).
  11. Met een beroerte kun je en mag je soms niet meer deelnemen in het verkeer. Daarom gelden er voor het besturen van bijvoorbeeld een auto speciale regels.

Ook kan het fijn zijn om met andere mensen met een beroerte praten. Om ervaringen uit te wisselen bijvoorbeeld, of om elkaar tips te geven. Dat kan bij een patiëntenvereniging, zoals Hersenletsel.nl.

Advies voor naasten, behandelaars en omgeving

Voor partners en familie kan het ook moeilijk zijn om met gevolgen van een beroerte om te gaan. Een patiëntenvereniging zoals Hersenletsel.nl is er ook naasten die hetzelfde meemaken (‘lotgenotencontact’). Daar kun je met je familie terecht voor meer hulp en sociale steun.

Zorgen voor naasten, ook wel mantelzorg genoemd, is voor de meeste mensen logisch. Als één van je naasten een beroerte heeft gehad, wil je natuurlijk graag helpen. Soms kun je meer doen dan je denkt, ook als collega of werkgever. Hieronder een paar tips.

  • Tips voor mantelzorgers en naasten

    • Houd een dagboek bij waarin je samen met iemand het herstel beschrijft. Hierin kun je ook bijhouden wanneer bijzondere gedragsproblemen gebeuren. Daar kun je dan weer wat beter rekening mee houden.
    • Ga samen bewegen en oefenen, zo kun je tot steun zijn bij het herstel.
    • Goed met elkaar praten kan soms lastig zijn. Vat daarom informatie samen, herhaal belangrijke informatie en schrijf het als het niet anders kan op in een notitieblokje.
    • Zoek samen naar een oplossing. Praat met elkaar als er onprettige situaties zijn gebeurd.
    • Stimuleer dat iemand zich kan redden. Zeker na verloop van tijd is het belangrijk dat iemand weer zelf dingen gaat oppakken.
    • Geef complimenten bij succes, hoe klein ook. Dit is de beste manier om gewenst gedrag te laten groeien. Ook ontstaat er zo meer vertrouwen over en weer en beter contact.
    • Leg bij problemen met het denkvermogen iets op een makkelijke, heldere manier uit. Geef de ander tijd om te begrijpen en wacht even met verder praten. Geef je naaste tijd om te reageren.
    • Wees bij problemen met het denken praktisch in wat je zegt. Maak duidelijk wat je verwacht.
    • Zorg goed voor jezelf. Blijf je eigen dingen doen. Je bent meestal het middelpunt en het anker voor je naaste. Dat moet je kunnen volhouden. Vraag daarom ook andere familieleden of vrienden om mee te helpen bij de zorg. Het helpen tijdens de revalidatie kan ook invloed hebben op je eigen (mentale) gezondheid.
    • Bekijk eens of een partner-patiënt educatie programma iets voor jou is.
  • Tips voor behandelaars

    • Wees je ervan bewust dat bij problemen met het denkvermogen de aandacht van de patiënt beperkt is. Houd daarom het onderwerp klein en overzichtelijk.
    • Voorkom dat iemand met een beroerte meerdere taken tegelijk moet uitvoeren.
    • Geduld en empathie helpen iemand vooruit, daarmee voorkom je onnodige negatieve ervaringen en stress.
  • Tips voor collega’s, werkgevers, UWV & bedrijfsarts

    • Geef aanwijzingen en hints om de taak op een ordelijke, rustige manier te doen. Het is fijn als je collega een bezigheid kan doen of iets kan leren, zonder dat hij of zij het gevoel heeft te falen.
    • Bekijk ook video’s en ervaringsverhalen om je in te leven in de wereld van de patiënt.

Tips voor mantelzorgers en naasten

  • Houd een dagboek bij waarin je samen met iemand het herstel beschrijft. Hierin kun je ook bijhouden wanneer bijzondere gedragsproblemen gebeuren. Daar kun je dan weer wat beter rekening mee houden.
  • Ga samen bewegen en oefenen, zo kun je tot steun zijn bij het herstel.
  • Goed met elkaar praten kan soms lastig zijn. Vat daarom informatie samen, herhaal belangrijke informatie en schrijf het als het niet anders kan op in een notitieblokje.
  • Zoek samen naar een oplossing. Praat met elkaar als er onprettige situaties zijn gebeurd.
  • Stimuleer dat iemand zich kan redden. Zeker na verloop van tijd is het belangrijk dat iemand weer zelf dingen gaat oppakken.
  • Geef complimenten bij succes, hoe klein ook. Dit is de beste manier om gewenst gedrag te laten groeien. Ook ontstaat er zo meer vertrouwen over en weer en beter contact.
  • Leg bij problemen met het denkvermogen iets op een makkelijke, heldere manier uit. Geef de ander tijd om te begrijpen en wacht even met verder praten. Geef je naaste tijd om te reageren.
  • Wees bij problemen met het denken praktisch in wat je zegt. Maak duidelijk wat je verwacht.
  • Zorg goed voor jezelf. Blijf je eigen dingen doen. Je bent meestal het middelpunt en het anker voor je naaste. Dat moet je kunnen volhouden. Vraag daarom ook andere familieleden of vrienden om mee te helpen bij de zorg. Het helpen tijdens de revalidatie kan ook invloed hebben op je eigen (mentale) gezondheid.
  • Bekijk eens of een partner-patiënt educatie programma iets voor jou is.

Tips voor behandelaars

  • Wees je ervan bewust dat bij problemen met het denkvermogen de aandacht van de patiënt beperkt is. Houd daarom het onderwerp klein en overzichtelijk.
  • Voorkom dat iemand met een beroerte meerdere taken tegelijk moet uitvoeren.
  • Geduld en empathie helpen iemand vooruit, daarmee voorkom je onnodige negatieve ervaringen en stress.

Tips voor collega’s, werkgevers, UWV & bedrijfsarts

  • Geef aanwijzingen en hints om de taak op een ordelijke, rustige manier te doen. Het is fijn als je collega een bezigheid kan doen of iets kan leren, zonder dat hij of zij het gevoel heeft te falen.
  • Bekijk ook video’s en ervaringsverhalen om je in te leven in de wereld van de patiënt.

Risico op een beroerte verkleinen

Hoe kun je gezond blijven en de kans op een beroerte verkleinen?

Tips

  • Stop met roken, hoe moeilijk het ook is.
  • Gebruik geen drugs en drink geen alcohol.
  • Eet gezond en eet verschillende dingen: veel verse groenten en fruit, onverzadigde vetten (zoals Omega 3) in vis, en plantaardige olie, minder zout, voldoende vitamines.
  • Voorkom overgewicht.
  • Zorg voor voldoende beweging. Klik hier voor tips over bewegen.
  • Gebruik weinig suiker, voorkom suikerziekte (diabetes).
  • Vermijd te veel stress en een te hoge bloeddruk.
  • Laat regelmatig je bloeddruk en cholesterolgehalte controleren.
  • Zorg ervoor dat je voldoende en goed slaapt.

De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van:

  • dr. L. Jaap Kappelle, neuroloog, UMC Utrecht.
  • Prof. dr. Robert J. van Oostenbrugge, neuroloog, Maastricht UMC

Laatste update: april 2023

Gerelateerde blog berichten