Kenmerken van een whiplash
Door een whiplash krijg je pijn aan je nek, schouders en soms ook je armen. Het is lastig om je nek te bewegen, omdat deze stijf voelt.
Vaak krijg je ook andere klachten, zoals:
- aandachtsproblemen
- vermoeidheid
- geheugenproblemen
- duizeligheid
- misselijkheid
- hoofdpijn
- gevoelig zijn voor geluid en licht (overprikkeling)
Diagnose van een whiplash
Een whiplash ontstaat als je nekspieren verrekt. Dit gebeurt meestal door een ongeluk in het verkeer, bijvoorbeeld door een aanrijding van achteren. Je kan ook een whiplash krijgen tijdens het sporten, je werk of een ongeluk thuis.
Door een whiplash krijg je pijn aan je nek, je schouders en soms ook je armen. Dit maakt het lastig om deze delen van je lichaam te bewegen.
Vaak zijn er ook andere klachten, zoals hoofdpijn, vermoeidheid of duizeligheid. Ook kun je moeite hebben met onthouden en je aandacht ergens bijhouden. In de eerste maanden na het ongeluk heb je vaak het meeste last van de klachten.
Met deze klachten kom je vaak eerst bij je huisarts. De huisarts zal je vragen stellen over je klachten en hoe deze zijn ontstaan. Daarna zal de huisarts je lichaam onderzoeken. Vaak kan de huisarts hierna bepalen of je een whiplash hebt.
Meestal is verder onderzoek niet nodig. Soms verwijst de huisarts je door naar een fysiotherapeut of oefentherapeut. Als verder onderzoek wél nodig is, dan verwijst de huisarts je door naar een speciale arts in het ziekenhuis. Meestal is dit een neuroloog.
Bij een whiplash is er op een scan van je hersenen geen schade te zien. Het maken van een scan van je hersenen heeft daarom geen zin. Een arts kan de diagnose alleen stellen door te vragen naar je klachten en te kijken naar hoe deze zijn ontstaan.
Oorzaken van een whiplash
Een whiplash ontstaat door een onverwachte en heel snelle beweging waarbij je hoofd hard naar achteren en naar voren slingert. Door deze beweging rekt je nek te ver uit. Hierdoor kunnen bepaalde delen van je nek, hoofd en schouders beschadigd raken. Een whiplash ontstaat meestal na een ongeluk in het verkeer.
Behandeling van een whiplash
Meestal gaan de klachten van een whiplash vanzelf over.
Direct na het ongeluk zal de huisarts of fysiotherapeut je aanraden om je dagelijkse activiteiten zoveel mogelijk te blijven doen. Soms geeft de arts je oefeningen. Door veel te bewegen, kan je de kans op blijvende klachten kleiner maken.
Als je problemen hebt met denken of problemen met emoties, dan kan een (neuro)psycholoog je helpen. Een psycholoog kan een behandeling voorstellen, zoals cognitieve gedragstherapie. Dit kan helpen bij stress en angst na bijvoorbeeld een ongeval. De (neuro)psycholoog kan ook helpen als je PTSS (Posttraumatische stresstoornis) hebt. De hulp van een (neuro)psycholoog is bedoeld om je te helpen om je dagelijkse activiteiten zoveel mogelijk op te pakken. Als je problemen hebt met zien, dan kan een optometrist of een oogarts je helpen. Door de whiplash heb je in het begin misschien veel pijn. Dit gaat meestal vanzelf over. Als de pijn niet overgaat, dan kan je naar een speciaal pijncentrum. De huisarts kan je hiervoor een verwijzing geven.
Gevolgen van een whiplash
Als je een whiplash krijgt, dan gaan de klachten meestal vanzelf binnen een paar weken tot maanden over.
Het kan ook zijn dat je blijvende klachten houdt. De whiplash kan dan verschillende gevolgen hebben:
- Thuis: je kunt problemen krijgen met onthouden en ergens je aandacht bijhouden. Een whiplash kan leiden tot problemen met bewegen, je evenwicht en zien. Het kan door de stijve en pijnlijke nek moeilijker zijn om jezelf te verzorgen. Je omrollen in bed, jezelf scheren of je kleren aantrekken, kan een stuk moeilijker zijn.
- Werk en school: je dagelijkse activiteiten doen, wordt vaak moeilijker. Je hebt misschien problemen op werk en op school, zoals moeite met plannen. Ook jezelf verplaatsen, zoals fietsen en autorijden, kan lastig of zelfs gevaarlijk zijn. Een stukje wandelen, kan vaak nog wel. Dit kan de klachten verminderen.
- Vrije tijd: Na en ongeluk kan je last hebben van angst en moeite hebben om het ongeluk te verwerken. Rustig opbouwen, met je spieren oefenen en hulpmiddelen kunnen je helpen om weer vertrouwen te krijgen bij het doen van je dagelijkse activiteiten.
- Sociale contacten: je kunt problemen met emoties krijgen. Ook heb je misschien minder energie om anderen te zien of te spreken. Je omgeving begrijpt je klachten misschien niet goed.
De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van:
- Prof. Arianne Verhagen, hoogleraar en hoofd (Master) opleiding Fysiotherapie, University of Technology Sydney, te Australië
Laatste update: januari 2024